Op 9 april was de kickoff van het allereerste Grow Impact Program, een programma speciaal voor sociaal ondernemers om hun bedrijf in een stroomversnelling te brengen. Verschillende bedrijven werden geselecteerd om voor elkaar ‘the board you could never afford’ te worden. Samen leren over ondernemen en groeien, daar gaat het om. Een maand na de kickoff vragen we Annette Wassenaar of dit programma ‘een blijvertje’ is.
In een half-leegstaand kantoorpand loop ik drie lunchende mensen tegemoet. Annette Wassenaar draait zich om begroet me met een hand voor haar mond. Twee jonge collega’s zitten voor een aantal fel gekleurde rollup banners, waarop staat: Yellow Walnut! En: Growthclass! Wat een chaotische gezelligheid hier.
Ik vraag naar wat overzicht. Onder Yellow Walnut valt de Growthclass, waarbij er drie programma’s worden aangeboden. Allemaal gaan ze over succesvol worden in ondernemerschap. Met de rasondernemer (zo was ze CEO en founder van Impress Media in Moskou, waar ze in acht jaar tijd een bedrijf met 200 medewerkers wist neer te zetten) Annette Wassenaar praat ik door over een van die drie: het Grow Impact Program, juist omdat deze speciaal gemaakt is voor sociale ondernemers, in samenwerking met Social Enterprise NL.
Over Grow Impact
Sociaal ondernemers zijn ondernemers die geld niet als een doel zien, maar als een middel: een middel om meer economische en maatschappelijke impact te maken. Maar tegen welke obstakels lopen ondernemers aan? En welke extra obstakels ervaren sociaal ondernemers? Annette Wassenaar, founder van GrowthClass en Mark Hillen, Founder van Social Enterprise NL kennen de perikelen van (sociaal) ondernemers en vertellen over het tweejaarlijks programma Grow Impact: het groeiprogramma voor sociaal ondernemers om hun impact in 90 dagen te vergroten.
Impact First
Annette Wassenaar (directeur Yellow Walnut) neemt me mee naar een leegstaand kantoortje met uitzicht op de ring van Amsterdam. De ruimte is steriel, maar de inelkaar vlechtende infrastructuur geeft deze omgeving toch een inspirerende sfeer. Wassenaar gaat zitten met haar handen ineengevouwen voor haar gezicht. Ze is er klaar voor.
“Als (beginnend) ondernemer sta je er vaak alleen voor. Je hebt minder ervaring, minder netwerk en minder tools in handen om tegenslagen te overkomen. Als sociaal ondernemer wordt sparren nog iets ingewikkelder, omdat mensen vaak de combinatie tussen winstbejag en impact maken niet begrijpen. De ambities waarmee deelnemers hier komen zijn wel te kwantificeren. Men wil bijvoorbeeld verdubbelen. Maar het gaat om de pijnpunten eronder. Waarom lukt dat nou niet?” In samenwerking met ‘the board you could never afford’ (lees: alle andere deelnemers uit diverse industrieën) en een mentor denk je na over strategie en tactiek.”
“Als sociaal ondernemer wordt sparren nog iets ingewikkelder, omdat mensen vaak de combinatie tussen winstbejag en impact maken niet begrijpen.”
“Het helpt enorm om met like-minded van gedachten te wisselen. Je begeeft je in dezelfde fase en komt dezelfde problematiek tegen, terwijl je wel allemaal het maken van impact als eerste doel nastreeft.” Wassenaar geniet wel van de offline sessies: “het zijn altijd mensen met passie en energie voor hun bedrijf.” Bij sociaal ondernemers is er nog een extra onderscheidend kenmerk: “als sociaal ondernemer heb je meer ballen in de lucht te houden, je bent meer bezig met subsidieaanvragen, je bent meer internationaal georiënteerd en je hebt vaker te maken met speciale vergunningen omdat het werk wat je doet niet doorsnee is.” Daar heb je het dan samen over.
Het programma
Wassenaar is duidelijk. Toch heb ik nog wat vragen over het programma.
Dat is dan snel verdiend. Je zet ondernemers bij elkaar en het wijst zich vanzelf?
Wassenaar: “Wij faciliteren de bijeenkomsten. We begeleiden ondernemers in het vertellen hoe zij bepaalde zaken aanpakken en de ervaren mentor reikt ook tools aan. Zo min mogelijk theorie en zoveel mogelijk direct toepasbare tips. De kick-off was overigens fysiek, maar het vraagt niet altijd zo’n inspanning. Soms zijn de bijeenkomsten ook online. ”
Het betreft dus een groeiprogramma voor sociaal ondernemers om ervaringen met elkaar te delen, onder begeleiding van een mentor. Hoe ziet zo’n cursusdag er dan uit? Moet je ter plekke nog dingen lezen of kijk je bijvoorbeeld een filmpje?
Wassenaar: “Dat soort werk kan je thuis doen. Het concept heet ‘flipping the classroom’, waarbij je ervoor zorgt dat leeswerk en ander huiswerk thuis wordt gedaan, zodat ‘samen zijn’ direct doen wordt.”
Zat de eerste editie van het Grow Impact Program snel vol?
Wassenaar: “Ja, we hadden weinig tijd. Maar binnen acht weken hadden we twaalf ‘matches’ die drie maanden willen investeren in hun bedrijf. Dat wil zeggen: genoeg bedrijven die een ‘proof of concept’ hebben en bereid zijn ook wat te komen brengen binnen het programma.”
Wat bedoel je met een ‘proof of concept’?
Wassenaar: “Het moet bewezen zijn dat de markt het in een bepaalde mate wil. Er moet een minimale omzet gedraaid zijn van €250.000. We zijn er – platgezegd – niet voor twee studenten met een goed idee, het moet wel al lopen.”
Dit programma krijgt zoveel prioriteit van jullie dat zelfs de excursie naar Tel Aviv (Israël) uitgesteld moet worden tot 2019. Kun je daar iets over vertellen?
Wassenaar: “Ja, dat klopt. Israël staat goed te boek als ‘startup nation’ en Tel Aviv geldt daarbij als tweede Silicon Valley. We willen een week lang ons laten inspireren door de manier waarop Israëliërs te werk gaan.”
Voor deze editie van het Grow Impact Program is onze lezer dus te laat. Wat zijn de vooruitzichten voor een nieuwe editie?
Wassenaar: “We hebben met Social Enterprise NL afgesproken dat we de komende drie jaar zo’n programma draaien. Twee keer per jaar. De volgende is dus in oktober.”
Ik groet de jonge medewerkers en Wassenaar zelf. Als ik het grauwe pand verlaat en de motregen instap blijft een citaat van Wassenaar over de ‘twee studenten met een goed idee’ hangen. Ik lachte wat minzaam toen ze het zei en dacht het direct te begrijpen. In principe moeten we blij zijn met iedere beginnende ondernemer die de vruchten van zo’n programma plukt. Ook als het om twee studenten met een goed idee gaat. Maar hoger inzetten dan dat is broodnodig, als we de sector van sociaal ondernemerschap in Nederland echt vooruit willen helpen. Daarom zijn dit soort programma’s essentieel: programma’s waar de harde business skills worden versterkt.
Benieuwd geworden hoe het voor deelnemers is om deel te nemen aan dit programma? Later op so/creatie een interview met Rechtstreex uit Rotterdam en de ondernemers achter Dutch Weed Burger. Mark Kulsdom – De voedselmarkt veranderen met een zeewierburger
Reacties