Twee bewoners uit de Utrechtse wijk Rivierenwijk zijn na jaren niet meer alleen vrijwillig beheerder van de buurtspeeltuin. Sinds de zomer werken ze als betaalde krachten in de speeltuin annex buurttuin.
Siham Chemlal en Anita de Rooij, twee betrokken bewoners, zijn sinds 2012 de drijvende krachten achter de speeltuin. Met hulp van de welzijnsinstelling en de gemeente hebben zij in de afgelopen vier jaar toegewerkt naar volledig zelfbeheer.
Voorheen viel de speeltuin onder het beheer van de welzijnsorganisatie. Nu de buurtbewoners hun eigen stichting hebben opgericht zijn ze na de zomer formeel verantwoordelijk geworden voor de speeltuin. De geldstroom van de gemeente voor het sociaal beheer van de speeltuin gaat niet langer naar de welzijnsorganisatie, maar naar Stichting Buurttuin de Zandloper. Zo lukt het Anita de Rooij en Siham Chemlal om van hun fulltime vrijwilligerswerk een echte betaalde baan te maken.
Omdat de twee buurtbewoners samen met de bestuursleden van de stichting de formele verantwoordelijkheid dragen voor de buurtspeeltuin blijft het werk (waaronder het beheer en de groenvoorziening) en het geld in de wijk.
Hieronder vertellen Anita en Siham over de veranderingen en nieuwe plannen bij Stichting Buurttuin de Zandloper.
Nathan Rozema is initiatiefnemer van Geldstromen door de wijk en directeur van Labyrinth. Hij ondersteunt vanuit Labyrinth op verzoek van de gemeente bewonersinitiatieven in de ontwikkeling naar een zelfstandige onderneming c.q. zelfbeheer:
“We hebben menig onderzoek gedaan naar wijkeconomie en wijkontwikkeling. Maar over het algemeen loopt het stuk op hetzelfde probleem. In 2007 was ik aanwezig bij één van de wijkbezoeken van Minister Vogelaar. Ik zat om me heen te kijken en zag – met alle respect – het geïnstitutionaliseerde burgerkader zitten: mensen uit de wijk die allemaal heel goed vrijwillig werk doen. Dat is vaak een vergrijsd bestand. De jongeren en migranten uit de wijk waren er niet, en ook de ondernemers waren er niet.”
Weinig ruimte voor wijkeconomie en ondernemerschap
“Wij gingen op ons onderzoeksbureau al die actieplannen van de veertig Vogelaarwijken doornemen. Tot onze schrik, maar niet tot onze verbazing, kwam in die plannen wijkeconomie en ondernemerschap nauwelijks naar voren. Het probleem lag bij de mensen die bij de wijkbezoeken aan tafel zaten en de aanpak mede bepaalden. Die hebben in hun core business – in hun verdienmodel – geen belang bij de verbetering van de wijk. En daar zit de crux.”
Het moet wèl over geld gaan
“Ondernemersbelangen worden in onze maatschappij vaak als vies gezien: commercieel, niet goed. Ik wil dat juist omdraaien. Je moet belang hebben, je moet prikkels hebben. Het maakt namelijk uit of je met je eigen risico ergens in zit of dat je met het geld van een ander, bijvoorbeeld subsidie, een project doet.”
Traditionele welzijnswerkers en organisaties redeneren vaak anders. Dat bleek toen de dames van de buurttuin een baan wilden creëren. Er kwamen allemaal professionals bij die zeiden: “Nou dat geld verdienen, dat verdienmodel, daar moeten we het nu niet over hebben. Daar zijn we nog lang niet aan toe.” Het werd gebagatelliseerd, zo van: “Het moet niet over geld gaan. Laten we eerst maar een traject opstarten om met deze mensen aansluiting bij de wijk te vinden.”
Help bewoners bij het aanboren van geldstromen
“Gemeenten willen heel graag dat wijkinitiatieven, speeltuinen, buurthuizen in zelfbeheer worden genomen. Er zijn allemaal hulpverleners om dat te ondersteunen maar over verdienmodellen is er helemaal geen hulp. Daarom ging ik op verzoek van de gemeente en de proactieve welzijnsinstelling de beheerders (die toen nog vrijwilliger waren) van de buurttuin helpen.”
“Het bijzondere bij de speeltuin was dat het management van de welzijnsinstelling heel vooruitstrevend was en proactief meewerkte richting het zelfbeheer, hun steun was naast al het bloed zweet en tranen werk van de dames zelf, zeker een van de succesfactoren.”
“Met een flip-over zijn we aan de slag gegaan om een verdienmodel te maken. Een belangrijke vraag is dan: Hoe kunnen we geld uit die wijk halen? Er worden miljarden weggegeven aan uitkeringen en aan integratiebedrijven. Maar ook midden in de wijk liggen onzichtbare geldstromen. Iedere woning betaald gemiddeld 10 euro servicekosten per maand. Als er 10.000 sociale huurwoningen de wijk zijn dan heb je 100.000 euro servicekosten waar je eigenlijk als huurder zelf invloed op zou kunnen hebben. Het is de kunst om die geldstromen in kaart te brengen en aan te boren om zo de wijkeconomie te verbeteren.”
Dit artikel verscheen eerder ook op Buurtwijs. Geldstromen in de wijk is een intiatief van Nathan Rozema en Pieter Buisman.
Reacties