Elke sociale wetenschapper is er vast bekend mee: de contacttheorie. Het belang van contact voor het overbruggen van vooroordelen. In Nederland bestaan de problemen waarmee sociale ondernemers in Israël te maken krijgen in het klein. Vandaar de vraag: wat kunnen wij leren van projecten in het Midden-Oosten om groepen die vervreemd van elkaar raken te verenigen?
Voor als je het even gemist hebt of überhaupt geen sociaal wetenschapper bent: de contacttheorie – die is ontwikkeld door Gordon Allport in de jaren vijftig – stelt dat persoonlijk contact de meest effectieve manier is om wederzijdse vooroordelen tussen mensen te verminderen. De theorie is in een groot aantal empirische studies getoetst en correct bevonden. Contact hebben zorgt dus voor precies het tegenovergestelde effect: meer waardering en respect. Zodoende is ‘contact’ het belangrijkste wapen tegen demonisering, polarisatie en dehumanisering. In samenlevingen die geteisterd worden door racisme en waarin minderheden worden achtergesteld, is het hebben van meer contact een oplossing. Contact draagt immers bij aan wederzijds begrip en kan ervoor zorgen dat mensen elkaar beter leren begrijpen.
Complexe samenleving
Israël is het enige land waarin Joden de meerderheid vormen, toch is het een sterk gemêleerde samenleving. Uiteraard wonen er ook Israëlische Arabieren, maar wist je ook dat er Druzen, Tsjerkessen, Armeniërs en Arameeërs wonen? En de aanname dat de Joodse bevolking met elkaar kan lezen en schrijven is geen veilige: je hebt Orthodoxe, Ultra-Orthodoxe en seculiere Joden. Daarbij is het land van herkomst vaak ook relevant: een Joodse inwoner met Russische roots is qua cultuur vaak anders dan een Jood met Ethiopische of Marokkaanse wortels. Het voert misschien wat ver, maar een Israëliër die oorspronkelijk uit Nederland komt kan nog steeds origineel een Sefardische (origineel uit Spanje of Portugal) of Asjkenazische (rondom Polen en Duitsland) Jood zijn. Snap je het nog? Het is een menselijke reactie om zaken te versimpelen. Kun je bijvoorbeeld wel stellen dat een seculiere Jood niet vast op Jom Kippoer? Nee, de meeste seculiere Joden hebben wel joodse gebruiken. Kortom: veel verschillende mensen op een klein stukje land. In dat opzicht zijn de overeenkomsten met Nederland zeker aanwezig. Wat kun je doen om groepen die normaliter langs elkaar leven samen te brengen?
Muziek brengt samen
Het is eenvoudig om verdeeldheid te zaaien of om stereotypes en vooroordelen te bevestigen. Maar wat doen Israël en Palestijnen om elkaar beter te leren kennen? Zoals het ontmenselijken van personen een middel is om groepen tegen elkaar op te zetten, zo vormt contact een belangrijk facet in het vredesproces. Wanneer je de website van Peace In Sight opent, zie je dat rond Jordanië, Libanon, de Palestijnse gebieden en Israël veel vredesorganisaties actief zijn. In dit gebied maar liefst 84 verschillende organisaties. Gebieden als Mali, Burundi en Rwanda hebben, gezien de kaart, ook veel behoefte aan processen die mensen juist dichter bij elkaar brengen. Nederland noteert slechts één initiatief op de kaart: Musicians Without Borders. Deze organisatie is overigens ook actief in de Palestijnse gebieden. Muziek en ritme zijn zo fundamenteel, dat het zelfs voor de dialoog uitgaat. Musicians Without Borders gaat echter verder en traint ook om een ‘non-violent leader’ te zijn.
Religie als bindmiddel
Een van de initiatieven die opvalt opereert langs de scheidslijnen van religie. Zowel het jodendom, het christendom als de islam zijn ‘Abrahamitische godsdiensten’, omdat ze hun oorsprong vinden in het verhaal van Abraham. Het Interreligious Coordinating Council in Israel (ICCI) is gestart om het begrip en de communicatie tussen leden van verschillende geloofsgemeenschappen te bevorderen en om een fundament te leggen voor een duurzame gemeenschap.
Ook de organisatie ‘Women’s Dialogue Group’ valt op vanwege de impact die het maakt. ICCI-kopstukken zetten zich in voor meer empathie, diepere banden en het versterken van de connectie tussen verschillende groepen in de maatschappij. Mensen die aangesloten zijn bij het ICCI gaan zelfs zo ver om nabestaanden te bezoeken van aanslagen en andere slachtoffers van de conflictsituatie. ‘Licht brengen’, noemen ze dat. Dat hebben we in Nederland ook gezien, toen er autochtone Nederlanders meeliepen uit solidariteit in een stille tocht voor een vermoorde Marokkaans-Nederlandse jongen.
Grassroots initiatieven
Als ik contact opneem met Vivian Rinat, de directeur van Stichting Joods National Fonds, wijst ze direct op een bericht waarin een Israëlische en een Palestijnse ouder samen ‘kampioenen voor vrede’ werden. Beide betaalden de hoogste prijs: ze verloren hun kind in het conflict. Maar vonden in elkaar toch hun soul mate. The Parents Circle bracht hen bij elkaar. Deze stichting heeft als doel om dialoog, verdraagzaamheid, verzoening en vrede te bevorderen. Nogmaals: tussen ouders van kinderen die gestorven zijn. Naast de meetings waarin ouders uitleggen waarom ze niet op zoek zijn gegaan naar wraak, maar de dialoog opzoeken, is een jaarlijks hoogtepunt aan de vooravond van ‘Memorial Day’, waarin Israëlische gevallenen worden herdacht. De organisatie nodigt ook expliciet Palestijnen uit om een ceremonie mee te maken. Een die troost en hoop biedt voor iedereen die langs durft te komen. Vivian Rinat zegt: “Ik geloof meer in organische samenwerking dan van bovenaf opgelegd. Zodra mensen doorhebben dat het goed voor ze is om samen te werken gaat dat vanzelf.”
“Zodra mensen doorhebben dat het goed voor ze is om samen te werken gaat dat vanzelf.”
Een voorbeeld daarvan is Friends of the Earth International, die wel een hele bijzondere tak in het Midden Oosten heeft. EcoPeace is een unieke organisatie die Jordaanse, Palestijnse en Israëlische milieuactivisten samenbrengt. Het primaire doel is het bevorderen van gezamenlijke inspanningen om het gedeelde ecologische erfgoed van het Midden-Oosten te beschermen. Hiermee wil het zowel de duurzame regionale ontwikkeling bevorderen als de voorwaarden scheppen voor duurzame vrede in de regio. Een dergelijke vorm van samenwerking, waarin verschillende bevolkingsgroepen zich samen inzetten voor de natuur, zou ook in Nederland impact kunnen maken.
Studenten koesteren hoop
De laatste sociale onderneming is Sadaka Reut. De organisatie leidt Israëlische jongeren en universiteitsstudenten, met Joodse of Arabische komaf, op om verandering na te streven door middel van partnerschappen.
Opgericht in 1983 door een groep Joodse en Palestijnse Israëlische universiteitsstudenten, die de visie van een betere toekomst voor beide gemeenschappen deelden, geloven ze dat de enige manier om de tegenstelling tussen Joodse en Palestijnse burgers te overwinnen is door het promoten van gezamenlijke modellen voor verandering. Met grassroots-dialoog en leiderschapsontwikkeling programma’s proberen ze het diepgewortelde onrecht aan te pakken dat wordt veroorzaakt door het Israëlisch-Palestijnse conflict en een nieuwe generatie jonge activisten te creëren die een gedeelde samenleving promoten op basis van gelijkheid, solidariteit en rechtvaardigheid.
Sadaka Reut probeert de deelnemers van haar projecten kennis over het conflict te geven en biedt de nodige instrumenten om deel te nemen aan gezamenlijke initiatieven. Sadaka Reut zorgt voor sociale verandering, waarbij men zelf op zoek gaat naar ‘alternatieve modellen’. Ideeën dus, om de samenleving anders in te delen. Zo ontwikkelen ze bijvoorbeeld projecten zoals ontmoetingsgroepen voor jongeren, workshops op middelbare scholen, een fulltime vrijwilligers gemeenschap, gemeenschapswerk in de gemengde stad Jaffa en een jaarlijks zomerkamp. Geen slecht idee, een zomerkamp met een Marokkaanse-Nederlander uit Amsterdam en een Nederlander uit Delfzijl.
In deze serie verscheen eerder: ‘Silicon Wadi: ook een hotspot voor sociale ondernemers?’
Reacties