Tunga is een footloose bedrijf, dat Westerse ondernemingen met vraag naar programmeurs koppelt aan Afrikaans Tech-talent uit Uganda, Kenia en Nigeria.
Ernesto Spruyt (42), oprichter van Tunga, heeft net zijn kinderen weggebracht en loopt nu door het kale bos met een muts op: “lekker fris!” Via Skype bellen we. Spruyt klinkt energiek. “Vind je het goed als ik je in m’n zak steek?” Een broekzakgesprek dus. Maar dan een met inhoud. Ik ben benieuwd waarom hij zo lekker in zijn vel zit. Hij legt uit dat zijn werkambities en zijn privéleven elkaar niet tegenwerken, maar juist versterken. Spruyt vertelt namelijk over het span dat hij vormt met zijn vrouw. Dat ze beiden een mooie carrière hebben. Zijn visie is simpel: vraag jezelf eerst af waar je talenten liggen. Vervolgens ga je op zoek naar je passie. Waar kom je je bed voor uit? Als laatste – niet onbelangrijk – de vraag: waar is behoefte aan?
“Vraag jezelf eerst af waar je talenten liggen. Vervolgens ga je op zoek naar je passie. Waar kom je je bed voor uit? Als laatste – niet onbelangrijk – de vraag: waar is behoefte aan?”
Als hotello (opgeleid op de hotelschool) ziet hij dat als zijn kracht: hij ziet waar behoefte aan is en sluit zijn product daarbij aan. Nooit andersom! Niet verliefd worden op een product en dat proberen te slijten. Ook geen liefdadigheid. Ondernemen is altijd market-based. De markt liegt niet.
Afrikaanse freelancers
Toch is Spruyt hoorbaar verliefd. Met bijna dezelfde opgetogenheid als hij vertelde over zijn vrouw en kinderen, vertelt hij nu over zijn andere kindje: Tunga. Naast zijn liefde voor Afrika vindt hij het ook broodnodig om betekenis toe te voegen aan het werk dat hij doet. Daarbij, stelt hij: “Alles wat ik hiervoor gedaan hebt, komt samen in Tunga!” Ik stel vast dat hij talent heeft om te ondernemen in een internationale sfeer en voel de passie voor Afrika. Toch vraag ik me af waar de behoefte van de markt ligt. Hij noemt de indrukwekkende stroom gelden die omgaan in het inhuren van IT’ers uit het buitenland. Vervolgens verwijst Spruyt naar het enorme menselijke kapitaal in bijvoorbeeld Nigeria. Afrika is een power house. De infrastructuur en het onderwijsniveau op het gebied van IT is aanwezig.
Volgens Spruyt is vertrouwen in elkaar van groot belang: de klant in de programmeur en andersom. Dat doe je door de daad bij het woord te voegen en je te verdiepen in de belangen van alle partijen. Tunga legt de connectie en schraagt het vertrouwen. Kortom: Tunga is de brug tussen het bedrijf dat IT wil outsourcen en de Afrikaan die op freelance basis wil programmeren.
“Vertrouwen in elkaar is van groot belang. Dat bereik je door de daad bij het woord te voegen en je te verdiepen in de belangen van alle partijen.”
Ontwrichtende effecten
Tijdens een interview op BNR-nieuwsradio werd Spruyt geconfronteerd met de stelling dat de relatief hoge lonen die Tunga uitkeert in potentie ontwrichtend kunnen zijn voor de lokale gemeenschap. Hij maakt van de mogelijkheid gebruik om dit opnieuw tegen te spreken. “We hopen op een doorsijpeleffect van die gelden en dat zien we ook gebeuren. Het zou alleen te paternalistisch zijn om een ander te vertellen op welke manier hij zijn welvaart vorm moet gaan geven. Het geld wat zij verdienen is vervolgens ook hun verantwoordelijkheid. Het alternatief is geen economische ontwikkeling.” Fair enough. Maar hoe zit het dan met de kwaliteit van de producten die de werknemers afleveren?
“We hopen op een doorsijpeleffect van gelden en dat zien we ook gebeuren. Het is te paternalistisch om een ander te vertellen op welke manier hij zijn welvaart vorm moet geven.”
Kwaliteitsvraagstuk
In Nederland zie je soms al kinderen op de basisschool programmeren. Daar kunnen die Afrikanen toch niet tegenop? “Hoe weet je dat de Afrikanen die bij Tunga werken net zo goed of beter zijn dan hun Westerse concurrentie op de mondiale arbeidsmarkt?” Spruyt vertelt dat Tunga is aangesloten bij het bestaande netwerk van Butterfly Works. Deze organisatie leidt developers op. Het netwerk wordt uitgebreid doordat deze mensen weer andere geschikte mensen kennen. Bij het assessment dat de programmeurs moeten doen blijkt dat de technische vaardigheden helemaal geen probleem zijn: die zijn ruimschoots op niveau.
De uitdaging is eerder om sommige sociale vaardigheden aan te leren. Deze mensen zijn natuurlijk niet gewend aan een Westers georiënteerd team. Daarom is een duidelijk afgebakende werkmethodiek belangrijk om kwaliteit te waarborgen. Culturele verschillen en het ondervangen van een eventueel tekort aan soft-skills wordt dus overbrugd door standaardisering.
Concurrentie
Binnen het vakgebied van sociaal ondernemen is het interessant hoe bedrijven omgaan met concurrentie. Daarom de vraag: “Andere bedrijven, zoals Andella in Nigeria, zijn actief in dezelfde markt. Hoe ga je daarmee om?” Over het algemeen is Spruyt opgetogen over concurrentie: “Het valideert de markt!” Als bijvoorbeeld een Mark Zuckerberg investeert in Afrikaanse IT’ers, dan gaat daar een positieve kracht vanuit. Het zorgt voor een nieuwe blik op Afrika. “Mits de partij kwaliteit levert, uiteraard.” Anders krijgen Afrikaanse programmeurs een slechte naam.
“Concurrentie valideert de markt! Want de markt liegt niet.”
Opschalen
Ik ben benieuwd naar het toekomstperspectief. “In november 2017 stelde je dat Tunga ‘aan het vliegen’ was. Vliegen jullie nog even door?” “We hebben beter gedraaid dan onze eigen verwachtingen. We zijn nu drie of vier keer zo groot dan in november. Opschalen wordt de uitdaging dus. Het liefst naar een land in ongeveer dezelfde tijdzone, waarbij ze Engels spreken en waar het opleidingsniveau hoog ligt.”
“Omdat we in verschillende delen van Afrika willen zitten om ook het risico wat te spreiden zitten we aan Egypte te denken. Vaak vallen die risico’s (op bijvoorbeeld economische instabiliteit) trouwens wel mee. Problematiek in een land is vaak niet descriptief voor het werk wat je aan het doen bent. Het kan zijn dat er in een gedeelte van het land bijvoorbeeld politieke onrust ontstaat, maar dat hoeft nog niet te betekenen dat de programmeurs van Tunga niet verder kunnen. Dus ik zie de toekomst erg zonnig in.”
Spruyt komt na de wandeling uit het bos thuis aan en pakt zijn telefoon uit z’n broekzak. Ik bedank hem voor zijn tijd. De zichtbare goesting in de komende werkdag is onmiskenbaar.
Reacties