‘Onkruid vergaat niet, mam.’ Ik grijns, buk en druk mijn lippen op het natuursteen van haar hoofdkussen. ‘Hoelang is het geleden? Vijf jaar? Bijna zes?’ De gedachte aan mijn laatste bezoek trekt rimpels in mijn voorhoofd. ‘Het was nota bene op je verjaardag – 11 september 2012 – dat ik midden in de nacht aan je voeteneinde zat.’
Eric van Berkel vertelt in de serie van Over Rood over de mensen achter deze coöperatie en haar leden, zzp’ers en kleinere ondernemers met financiële problemen.
Voorzichtig strek ik mijn rug en zak door mijn knieën. Mijn vingers grijpen het klapstoeltje van de grond en de littekens in mijn rug kermen als strakgespannen gitaarsnaren terwijl ik mij in de stoel laat zakken. ‘Zat ik maar in Spanje, in de warmte’ verzucht ik. Een ijskoude pijnscheut schiet langs m’n wervelkolom en ik hap naar adem. Mijn longen vullen zich met grauwe winterlucht. Ik pers m’n oogleden op elkaar en tel tot tien. ‘Ik ben nog steeds een jonge vent, hoor’ glimlach ik als een boer met kiespijn. ‘Mam, ik wil je vertellen waarom ik al die jaren niet op bezoek ben gekomen.’
Het scherm van mijn telefoon licht voor de honderdste keer deze nacht op. Mijn ogen struikelen over de woorden die mijn duimen zojuist hebben geschreven. Ik wil op verzenden drukken, maar mijn rechter duim weigert dienst. Een wazige blik op het dashboard vertelt me dat het ongeveer half drie in de nazomerochtend is. Ik veeg de tranen uit mijn ogen, stop de telefoon in m’n jaszak en haal de sleutel uit het contact. Mijn voeten bewegen zich volautomatisch en laten het grind oorverdovend hard kraken. In de verte slaat een uil alarm. Vlak voor een rijtje grafstenen stoppen mijn voeten met lopen.
Over Rood
Over Rood begeleidt ondernemers naar een financieel gezonde toekomst. Of je nu te weinig omzet maakt, een bedrijf wilt starten, je bedrijf moet stoppen, schulden hebt, failliet dreigt te gaan / bent gegaan of achterloopt met je bedrijfsadministratie. Bij Over Rood ben je altijd welkom.
‘Ik moet je wat vertellen, mam,’ pers ik uit m’n strot. ‘Claudia en ik liggen in scheiding. Ze zei: “Ik hou niet meer van je.” Ik wilde het eerst niet geloven. Ik dacht: na zestien jaar samen bedenken we wel een oplossing. Dus ik heb m’n spullen gepakt en ben op een matras achter de diepvriezer van de zaak gaan slapen. Een dag later betrapte ik haar thuis met een ander.’ Mijn ogen worden opnieuw vochtig en ik haal stevig m’n neus op. Wat maakt het uit, de doden zijn toch al wakker. ‘Ik heb al m’n spaargeld – een volle ton – in de zaak gestopt. Ja, dat vindt jij ongetwijfeld de zoveelste impulsieve Boris-actie. Maar de kritieken zijn hartstikke goed – de klanten genieten van de Vlaamse frieten en hamburgers. Ik sta zelfs bij de beste honderd cafetaria’s van Nederland!’ Een rilling trippelt over de haartjes op mijn armen en doet me huiveren. ‘Ondertussen,’ vervolg ik, ‘stap ik iedere avond jankend m’n bed in, mam. De kinderen worden heen en weer geslingerd, de zaak draait met een fors verlies, het personeel steelt uit de kassa en mijn werkgever ziet dat ik het niet meer trek. Ik heb gisteren m’n statiegeldflessen ingeleverd, zodat ik geld had om frikadellen in te kopen.’
Mijn knieën worden slap en ik zak als een paard door m’n hoeven. ‘Ik zit voor anderhalf ton in de schulden! Ik ging naar de gemeente en smeekte om hulp, maar daar zei men: “U hebt toch een betaalde baan en een huis? Nee meneer, we helpen u alleen wanneer u alles kwijt bent.” Wat moet ik nu, mam? Wat heb ik nog over, behalve puinhopen? Hoe moet ik voor de kinderen zorgen?’ Stilte. De seconden verstrijken. ‘Ik heb niemand iets verteld, want ik schaam me wezenloos. Alleen jij weet het nu. Bij jou voel ik me rustig.’ Uit mijn jaszak haal ik mijn telefoon tevoorschijn. Ik herlees mijn laatste wanhoopskreet aan Claudia en druk op verzenden.
‘Dat was geen leuke verjaardagsvisite, hè mam?’ glimlach ik. ‘Twee jaar heb ik gevochten voor alles wat me lief was: de kinderen, de zaak en m’n werk. In december 2014 moest ik de strijd staken. Ik ging op de bank knock-out en heb vijf dagen lang – bijna non-stop – geslapen. De huisarts zei: “Je bent oververmoeid en hebt een enorme burn-out te pakken. Je hele lichaam heeft op de rem getrapt, alleen je hart bleef kloppen.” Dat was wel schrikken en betekende het eindstation. De sleutel van de zaak heb ik direct ingeleverd en daarna m’n werk opgezegd. En toen kwam de hernia.’ Een ogenblik pauzeer ik. ‘Gelukkig kwam m’n werkgever met een goede ontslagvergoeding over de brug. Dat was het startpunt van de weg omhoog. Sinds deze maand ben ik weer vrij van schaamte en schulden. Dankzij een operatie met heel veel therapie gaat het met beter met m’n gezondheid. Mijn lichaam heeft een opdonder gekregen, maar mentaal ben ik sterker dan ik ooit ben geweest. Vanavond drink ik een pintje op dit succes.’ Mijn duim en vingers vormen een halve cirkel in de lucht. ‘Proost.’
Stilte. In de verte krast een kraai zijn liedje voor de doden.
Verantwoording:
Boris Wielinga (1972) begon samen met zijn ex-partner in het voorjaar van 2012 een cafetaria op de Markt in Arnhem. De zaak was in veel opzichten een succes, maar bleek niet rendabel te krijgen. Ondertussen viel zijn relatie in duigen en er ontstond een schuldenberg. Boris kreeg in 2014 een burn-out en zijn rug liet het afweten. Aan de start van 2018 was Boris weer vrij van schulden en met zijn gezondheid gaat het stukken beter. Sinds de eerste maanden van 2019 is Boris vestigingsmanager van Over Rood in Arnhem. Hij staat ondernemers – als ervaringsdeskundige – bij met bedrijfsadviezen en werkt als freelance dj.
Over de auteur: Eric van Berkel (1985) is schrijver en zelfstandig onderzoeker. Voor Over Rood schrijft hij een reeks korte verhalen over ondernemers die kampten met (financiële) problemen. Site: spinguin.nl
Reacties