Nederland als sociaal ondernemersland; het was vijf jaar geleden ondenkbaar. Het zwarte gat van Europa werd het zelfs genoemd. Ondernemers die een bedrijf opzetten en daarmee een maatschappelijk vraagstuk probeerden op te lossen, werden in Nederland min of meer aan hun lot overgelaten. Op SoCap 2018 in San Francisco, een netwerkevenement waar sociaal ondernemers in contact kunnen komen met elkaar en vooral de broodnodige investeerders, werd daar trots afscheid van genomen.
Gezamenlijk gevormd ecosysteem
Want hoe anders is dat tegenwoordig? Ondernemers, bedrijven, financiers en overheden hebben zich samengepakt en gezorgd voor een structuur waar nieuwe sociaal ondernemers groot voordeel bij hebben. En die structuur wordt ook in het buitenland langzaamaan opgemerkt. Vorig jaar kreeg de Nederlandse delegatie op SoCap in San Francisco de vraag of ze de geheimen van de Nederlandse aanpak konden delen. ‘Wat zijn de belangrijkste tips?’ en ‘Hebben jullie ergens iets op papier staan?’, waren de voornaamste vragen uit landen als Bulgarije, Roemenië en andere plekken op de wereld. “Dat is er nu”, geeft Willemijn Verloop van Social Enterprise NL trots aan tijdens de rapportpresentatie van de Nederlandse delegatie tijdens SoCap 2018. “De voornaamste conclusies en geleerde lessen van de afgelopen vijf jaar kunnen nu door iedereen ingezien worden.”
“De voornaamste conclusies en geleerde lessen van de afgelopen vijf jaar kunnen nu door iedereen ingezien worden.”
‘Tussen wal en schip’
Lucas Simons weet het nog heel goed. Hij richtte in 2010 zijn bedrijf SCOPEinsight op, waarmee hij probeert boeren in onder meer Afrika een professionelere basis te geven voor hun bedrijf. “Ik merkte dat ik tussen wal en schip viel”, blikt hij terug, wachtend in de Californische zon op een afspraak. “Steun vanuit de overheid was in mijn geval alleen beschikbaar voor NGO’s, niet voor bedrijven. En bij steun voor bedrijven kwam ik weer niet in aanmerking om andere redenen. Er was in Nederland totaal geen kennis voor het soort bedrijven dat sociaal ondernemers opzetten.” Simons zette desondanks door en zag zijn bedrijf ondanks alle tegenslagen groeien. “Daarom is het zo belangrijk dat die structuur er nu wel is. Het is een wereld van verschil voor ondernemers die nu willen starten, dat er iemand bij de overheid is die zegt: ‘Ik weet waar je het over hebt.'”
“Het is een wereld van verschil voor ondernemers die nu willen starten, dat er iemand bij de overheid is die zegt: ‘Ik weet waar je het over hebt.'”
Volwassenheid als volgende stap
De ontwikkeling van het sociaal ondernemersklimaat in Nederland is samengevat in een rapport dat is opgesteld door PwC Nederland, een bedrijf dat zich richt op onder meer de ondersteuning van sociaal ondernemers. “We bieden onder meer hulp met het opzetten van een bedrijf en hoe de belastingregels in Nederland werken”, legt Femke Lemmens, van het social entreprise-programma van PwC, uit. “Maar we proberen ook ondernemers met elkaar en met bedrijven in verbinding te brengen.” Het bedrijf stortte zich op het in kaart brengen van de Nederlandse reis naar sociale ondernemers-volwassenheid. PwC heeft die ontwikkeling in drie fases opgedeeld en uit de opgroeifase zeven lessen getrokken. Die staan allemaal in het rapport dat woensdag werd gepresenteerd tijdens de Nederlandse sessie op SoCap. “We hebben het ecosysteem in Nederland bottom-up opgebouwd en een hoop geleerd de afgelopen jaren, maar we zijn er nog lang niet”, zegt Lemmens. “We zien Nederland op dit moment als een flinke puber. Volwassenheid is de volgende stap.”
Actief aantrekken van buitenlandse ondernemers
Die stap moet gezet worden met de hulp van lokale en landelijke overheden, die het ondernemersklimaat voor sociaal ondernemers aantrekkelijker moeten zien te maken. Amsterdam, Rotterdam en Den Haag, maar ook het Ministerie van Buitenlandse Zaken zijn daarom aan de Californische kust aanwezig om hun ondernemers te steunen en zichzelf aan te prijzen als ideale locatie voor social entrepeneurs uit de hele wereld. “We willen Den Haag op de kaart zetten als ideale stad als vestigingsplek in Nederland”, verklaart Derk Jan Statema van de delegatie uit de Hofstad. Den Haag is al sinds 2000 bezig met het actief aantrekken van buitenlandse ondernemers. “We proberen ze hulp te bieden bij heel veel zaken die een blokkade kunnen vormen voor ondernemers die zich in Nederland willen vestigen, zoals belastingadvies, het regelen van een visum en huisvesting en de bureaucratie die ze moeten overwinnen.” En dat betaalt zich uit. Steeds meer ondernemers willen zich in de Residentiestad vestigen.
Hoewel er grote stappen zijn gezet, is men er in Nederland nog lang niet. Simons, bijvoorbeeld, valt op een aantal vlakken nog steeds tussen wal en schip. “Ik zit nog steeds een beetje in dat zwarte gat”, legt hij uit. “In mijn situatie zijn er nog steeds geen echte passende regelingen, maar ik ben blij dat ondernemers die nu beginnen, in ieder geval bij iemand terecht kunnen die weet waar ze het over hebben. Dat is al een wereld van verschil.”
Verder lezen:
Nederlands succes in sociaal ondernemerschap internationaal gevierd op SOCAP 2018
Reacties