Wet- en regelgeving kan sociaal ondernemers belemmeren in het uitvoeren van hun werk. Ook kunnen tegengestelde belangen van verschillende gemeentelijke afdelingen een belemmering vormen.
Sociaal ondernemers zijn in principe een ideale partner voor gemeenten: ze zijn innovatief, hebben een groot lokaal netwerk en ze lossen op een ondernemende manier problemen op in het sociale domein. Zonder handje op te houden dus. ‘In principe’ dus, want de huidige wet- en regelgeving belemmert sociaal ondernemers vaak om hun werk goed te kunnen uitvoeren. Wat kun je als gemeente doen om die belemmeringen weg te nemen? Zeven tips.
Tip 1: Eén aanspreekpunt – zorg dat de voorkant op orde is
Een sociaal ondernemer heeft vaak een bedrijf dat niet valt onder een afdeling van een gemeente. Neem een groenbedrijf, dat niet alleen de wijk vergroent, maar ook meer samenhang in de buurt brengt. Het bedrijf werkt met mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Met een beetje pech moet een sociaal ondernemer met zijn plannen langs drie afdelingen. Dat kost veel tijd -en frustratie. Eén aanspreekpunt werkt beter. Zo’n aanspreekpunt moet op de hoogte zijn van de specifieke kenmerken en omstandigheden van een sociaal ondernemer.
Tip 2: Een coherent beleid – zorg dat de achterkant op orde is
Maar met één aanspreekpunt ben je er nog niet. Want ook de ‘achterkant’ moet op orde zijn. Het komt geregeld voor dat tegengestelde belangen van verschillende afdelingen een sociaal ondernemer belemmeren. Treffend voorbeeld daarvan leverde de gemeente Amsterdam in het najaar van 2015. Twee jaar eerder had stichting Midwest, bestaande uit een groep buurtbewoners, een leegstaand pand betrokken. De huur die de stichting ontving van 50 ZZP’ers, die intrek in het gebouw hadden genomen, mocht worden aangewend om het gebouw op te knappen, de erfpacht van te betalen en sociale initiatieven voor de buurt te ontplooien. Samen met een aantal ambtenaren ontwikkelde de stichting een businessmodel waardoor ze op eigen benen kon staan. Het was in alle opzichten een revolutionair plan. Midwest werd een belangrijke speler in de wijk. Maar… met de wisseling van de macht, veranderde ook de houding van de gemeente tegenover de stichting. De constructie was volgens de nieuwe wethouder juridisch niet houdbaar. Het is nu aan de gemeenteraad om hierover te oordelen. Een samenhangend beleid had dit kunnen voorkomen.
Tip 3: Experimenteer: kleur ook eens buiten de lijntjes
Natuurlijk moeten de gemeenteraad, B&W en ambtenaren zich houden aan wet- en regelgeving. Maar soms niet. Soms is experimenteerruimte nodig. Mooi voorbeeld is Stichting Coehoorn Centraal dat de Arnhemse wijk Coehoorn nieuw leven wilde inblazen. Horeca was daarbij cruciaal, maar in het bestemmingsplan was alleen ruimte voor ondersteunende horeca, zoals bij een voetbalkantine. De stichting heeft uiteindelijk de ambtenaren ervan kunnen overtuigen dat hun horeca ook ondersteunend is, omdat het het opbloeien van de buurt stimuleert.
Gemeente Arnhem aan het woord
Arnhem is al langere tijd bezig om meer ruimte te geven aan sociale initiatieven in de stad. Al in 2001 ging de gemeente Arnhem in gesprek met burgers om tijdelijk plekken in te richten naar de wensen van de omwonenden. Thor Smits is als ontwikkelmanager betrokken bij samenwerking tussen sociale initiatieven en de stad. Belangrijke zaken daarbij zijn: vertrouwen, luisteren naar elkaar en over en weer de wil hebben om er iets moois van te maken. Smits: ‘Mijn functieomschrijving? Officieel heet dat ontwikkelmanager, maar ik vind het prima als dat wat vaag is. Dan ben ik niet gebonden aan een afdeling, dan kan ik doen wat ik denk dat goed is. We nemen als gemeente niet bewust belemmeringen weg. Het is gewoon onze manier van werken. Het zit in ons DNA, ons ambtelijk DNA, en dat wordt bestuurlijk ondersteund. We luisteren naar wat burgers willen, we bekijken wat mogelijk is, we streven allemaal, gemeente, burgers, innovatieve ondernemers naar hetzelfde: een stad die iedereen energie geeft. Dat is in de loop der jaren zo gegroeid.’
Smits vervolgt: ‘Je moet ook een beetje geluk hebben, dat alles de goede kant op valt, zoals met Coehoorn Centraal. Daar viel een aantal zaken samen: er moest echt iets gebeuren met dat gebied, er waren initiatiefnemers met een plan, de burgers werkten mee en vastgoedposities en bestemmingsplan stonden het toe. Dat we de initiatiefnemers van dat plan de sleutels gaven zonder dat er ook maar iets op papier stond, was wel echt een stap verder dan we tot dan toe hadden gedaan. We hadden er het volste vertrouwen in dat het goed zou gaan. Al eerder waren burgerinitiatieven ontplooid, zoals het Bartokpark en daar waren we heel tevreden over. We houden niet zo van risicomijdend gedrag, we vinden die energie in de stad heel belangrijk.’
Tip 4: Los samen problemen op
Benoem een nijpend probleem in je gemeente en organiseer challenges om met sociaal ondernemers en andere stakeholders dat probleem te tackelen. Schrijf er een wedstrijd voor uit en stel faciliteiten beschikbaar aan de winnaar.
Tip 5: Stel een buurtbegroting op
Maak de begroting van buurt of gemeente openbaar waardoor social enterprises en anderen toegang hebben tot financiële informatie. Sociaal ondernemers kunnen op die manier zien waar de overheid haar geld aan uitgeeft en invloed uitoefenen op beleid.
Tip 6: Ga in gesprek met sociaal ondernemers
Breng in kaart welke social enterprises er zijn in de gemeente. Vraag hen waar ze behoefte aan hebben. Wat gaat fout en wat goed? Onderzoek of je als gemeente de aangewezen instantie bent om een barrière te slechten. Stel op basis daarvan kaders op die tot meer beleidsruimte/vrijheid leiden. Een voorbeeld voor een dergelijke aanpak is de gemeente Amsterdam. Dat resulteerde in een groot actieprogramma dat in samenwerking met sociaal ondernemers is ontworpen om het sociaal ondernemerschap te laten groeien.
Tip 7: Inkoop en aanbestedingen: maak ze weer maatschappelijk
Voor de gemeente is dit een belangrijke knop om aan te draaien. Sociaal ondernemers leveren een belangrijke maatschappelijke meerwaarde, maar die meerwaarde krijgt bijna geen plaats in een aanbesteding. Vaak is het de prijs die doorslaggevend is. Stel daarom als gemeente die maatschappelijke meerwaarde meer centraal. Social enterprises hebben daardoor meer kans om zo’n aanbesteding te winnen, doordat ze óf samenwerken met commerciële bedrijven óf zelf die opdracht binnenslepen. Daarbij zou het goed zijn als de sociaal ondernemer de impact van zo’n aanbesteding zou kunnen aangeven. Wat bespaart de gemeente aan energiekosten of uitkeringen als ze met een social enterprise in zee gaat? Wat is een beter lokaal netwerk en een bruisender buurt de gemeente waard?
Dit artikel staat in het Sociaal & Ondernemend magazine van februari 2016 van Movisie. Een magazine vol tips en inspiratie van (sociale) ondernemers. Ook is het artikel verschenen op Buurtwijs, het plaftorm voor buurtonwikkeling.
Reacties