Happyland is een trendsetter op het gebied van het opzetten en empoweren van sociale ondernemingen. Marie Baartmans en Marijn Struik begeleiden de opdrachtgevers en betrokkenen door middel van proces- en projectmanagement. Zo zijn ze in staat om deelnemers te ondersteunen tijdens bijvoorbeeld onderhandelingen en saneringen. Met als einddoel om hen te empoweren en zelfstandig verder te laten gaan.
Marijn legt om te beginnen uit hoe de samenwerking tussen hem en Marie eruit ziet. “Ik denk dat als je kijkt naar ons duoschap, ik meer degene ben die aan het begin staat van het initiëren van een project. Ik voel de markt aan waar je op in moet springen, dat is mijn core-business. En Marie is goed in het opzetten van de infrastructuur van projecten.” Marie beaamt dat. “Wat ik doe is projecten starten met een maatschappelijke relevantie en daar de juiste mensen bij zoeken. En zorgen dat er ook een goede ‘infrastructuur’ onder komt te liggen. Er komt altijd een moment dat de partijen die ons erbij gevraagd hebben, aangeven behoefte te hebben om zelf met het project verder te kunnen. Als we ergens een jaar of twee mee bezig zijn, dan is het op een gegeven moment ook wel weer goed.”
Over Marie Baartmans en Marijn Struik
Happyland genereert start-ups voor sociale innovatie. Marie Baartmans en Marijn Struik hebben Happyland in 2011 opgericht en zetten met veel doorzettingsvermogen een stijgende lijn door. Hun werk kenmerkt zich door een authentieke en zelfbewuste aanpak. Mooie voorbeelden zijn Jongwerkt, Streekkantine en de Oosterspoorbaan.
Maatschappelijke start-ups
Sociaal ondernemerschap is momenteel een hot topic, vindt Marijn. “Veel overheden doen minder of trekken zich helemaal terug, dus er ontstaat een markt waar je je als ondernemer op kunt richten. En mensen zijn zich steeds bewuster van hun omgeving, wat het maatschappelijke ook steeds relevanter maakt. Je zou kunnen zeggen dat de maatschappij zich opnieuw organiseert. Happyland draagt daaraan bij door in te spelen op nieuwe samenwerkingsvormen. Ik zie zo overal maatschappelijke start-ups. Dat maakt het begrip ‘sociaal ondernemen’ voor mij wat concreter; het is gebaseerd op een model om een maatschappelijke bijdrage te leveren. En de maatschappij zal altijd met nieuwe vragen komen.”
Het is de kunst om uit al die verschillende vragen juist die ene vraag te pakken waar een mooi project uit kan ontstaan met een goed verdienmodel. Marijn: “De beste projecten zijn degene die je het leukste vindt om te doen en waar je ook zelf voor staat. Mensen merken dat op en het is ook de beste manier om een project te ‘verkopen’. De Streekkantine is daar een voorbeeld van. In plaats van, bijvoorbeeld, voedsel vanuit de Achterhoek naar Utrecht te brengen, zorgen we ervoor dat lokaal voedsel bij de afnemers terecht komt. Zo laten we de consument kennis maken met streekproducten. Daar zijn de juiste verbindingen voor nodig, en die te leggen is erg leuk.”
Divers sociaal ondernemerschap
Marijn legt uit dat de projecten die ze aanpakken heel divers zijn. Maar alle projecten hebben een link met wie ze zijn, of wat we geleerd hebben. “We doen een project rondom jongeren, omdat we onszelf nog jong vinden. Vanwege onze achtergrond in landschapsarchitectuur zijn we geïnteresseerd in streekproducten. En we doen iets met water, omdat we affiniteit hebben met ruimtelijk ordening.” Alles wat ze doen gieten Marie en Marijn in de vorm van Happyland. “Het samenwerkingsverband Happyland is van ons beiden, maar de projecten die we doen zien we als aparte bedrijven – als ondernemingen op zich.”
Dat blijkt in de praktijk nog niet altijd gemakkelijk te werken. “We hebben in het begin veel moeite gehad met het idee dat we alles wat we doen moeten vatten binnen één bedrijf. De onderwerpen zijn onderling soms helemaal niet verenigbaar. En het is ook lastig naar buiten toe te verkopen. Dus als we tegenover een klant zitten, presenteren we onszelf alleen maar vanuit het betreffende project. En als we bepaalde expertise nodig hebben bij dat project, huren we die in voor specifiek dat project. Daardoor kennen mensen ons minder goed van Happyland als van de projecten die we doen. Als iemand ons benadert, dan is dat dus voor de Oosterspoorbaan bijvoorbeeld.”
Veranderende samenleving
Toch willen ze deze samenwerkingsvorm laten bestaan. Marijn legt uit waarom. “We richten ons op een samenleving die continu verandert en waarin de banen waarvoor we nu worden opgeleid over vier jaar misschien wel niet meer bestaan. Happyland is een samenwerkingsvorm die elke keer anticipeert op die samenleving; waarin we kunnen werken vanuit onze competenties in plaats van onze expertise als architect. We gebruiken vooral het ontwerpend denken.”
Het helpt hen om op diverse vragen een antwoord te kunnen bieden, zegt Marie. “Je moet kijken naar behoeftes en of die al vervuld zijn. Daar doen we een half jaar marktonderzoek voor met een partij die met een vraag komt. Maar voor een andere partij kan er weer iets heel anders nodig zijn. We bedenken, faciliteren en creëren de situatie waarin al die mensen samen tot iets kunnen komen en zorgen er ook voor dat het hun ding blijft.” Marie en Mariijn empoweren initiatiefnemers zodat ze zelf aan de slag kunnen. “Als je die verbinding sterk genoeg maakt, maak je jezelf overbodig.”
“Een project is succesvol, als wij onszelf overbodig hebben gemaakt.”
Iets nieuws doen bestaat niet
Marie heeft een belangrijk advies voor jonge en startende sociaal ondernemers. “Op onze leeftijd moet je iets doen wat een ander nog niet doet. Het is een dooddoener, maar: iets nieuws doen bestaat niet. Er is altijd wel iets wat al bestaat!” Marijn vult aan: “Ik heb het gevoel dat, door iets ‘nieuw’ te noemen, het niet meer mogelijk is om het te vernieuwen. Ik noem dat een ‘eilandconcept’. Als je zegt dat je iets nieuws aan het doen bent, ben je een beetje aan het neerkijken op anderen. Daarmee sluit je meteen al een deur en ben je dus een eiland aan het creëren. Het gevolg is dat je niet meer met elkaar in gesprek gaat.” In zijn visie is dat funest, want: “Je hebt zoveel mensen nodig om iets te laten slagen. Je moet een netwerk opbouwen; mensen moeten het gevoel hebben dat ze onderdeel zijn van hetgeen jij doet. Dus houdt het klein! Dan is het aan de ander om te bedenken of het succesvol is.”
Marijn is het er helemaal mee eens dat er anderen nodig zijn om een project succesvol te maken. Dat heeft ook een persoonlijke reden. “Ik ben dyslectisch en daardoor heb ik altijd het gevoel dat ik anderen nodig heb om iets te kunnen genereren. Dat heeft voordelen en heel veel nadelen, maar het is de reden waarom ik een netwerk om me heen gebouwd heb. Door met veel mensen tot een antwoord te komen heb ik het idee dat ik veel kan.”
“Leren is voor mij de belangrijkste persoonlijke drive die ik heb. Omdat het tof is als je iets nog niet kan, want dat schept ruimte om het met elkaar ergens over te hebben en om te vernieuwen.”
Marijn heeft van zijn zwakte zijn kracht gemaakt: vanuit iets niet kunnen iets gaan doen. “Als ik mensen aan zou nemen, zou ik mensen willen die nog niet zo veel kunnen, want ik denk dat daar de kracht zit. Het is tof als mensen zeggen dat ze iets niet kunnen, want dat schept ruimte om het met elkaar ergens over te hebben en om te leren.” En al klinkt het misschien raar, velen van ons hebben daar al ervaring mee. Hij geeft een voorbeeld: “Tijdens je opleiding creëer je een beeld van jezelf. Je probeert dat beeld te verwezenlijken maar komt erachter dat je daar niet aan voldoet. Dát is het moment waar je juist in moet belanden: je realiseert je dat dat niet is wat je wilt zijn of doen. Juist daardoor kun je dan bedenken wat je wel bent en wel wilt doen. En dat is ook het grappige: in het begin weet je niet dat je iets doet waar je goed in bent of wat je leuk vindt.”
“Sociaal ondernemers moeten niet het idee hebben dat ze een groeimodel moeten hebben.”
End-ups
Op onze vraag wat sociaal ondernemen voor Marie en Marijn betekent, stelt de laatste direct een wedervraag: “Wat is niet sociaal ondernemen?” Maar even later volgt toch een definitie. “Ja, ik denk dat ik weet wat sociaal ondernemen is: dat zijn kleine bureaus die duidelijk beginnen en met een duidelijk einde. Ik denk dat sociale ondernemingen meestal kleine bureaus blijven. Daarom raden we aan niet in groeimodellen te denken. We denken vaak aan start-ups tegenwoordig, maar end-ups zijn ook prima. Apple was een fantastisch bedrijf, maar nu teren ze al 10 jaar op de producten die ze daarvoor al hadden en maken ze elke keer de I-Pad iets groter of kleiner… Idealiter zou iets moeten kunnen stoppen als de innovatie er niet meer naar is.”
Marijn sluit af met de opmerking dat hij zich zorgen maakt over de toenemende vorm van technologisering en economisering van de samenleving, het harde, het meetbare, het toetsbare. “Naar mijn idee moet de nadruk meer liggen op wat de samenleving bijeenbrengt en wat het bestaan erbinnen de moeite waard maakt. Daarom stelt hij de vraag: ‘hoe kan je ervoor zorgen dat je een goed draaiende economie met een humane samenleving kunt combineren?’ Dit heeft betrekking op de gezondheidszorg, het onderwijs, bedrijfsleven, maar ook de omgeving waarin we wonen.”
Een uitnodiging aan alle lezers en sociaal ondernemers om eens hun tanden in te zetten. Heb jij na het interview met Marie Baartmans en Marijn Struik ook nieuwe inspiratie en stof tot nadenken gekregen om mee aan de slag te gaan? Wij in ieder geval wel! Volgende week vind je op so/creatie weer een nieuw interview over sociaal ondernemerschap. Als je graag op de hoogte wilt blijven van onze nieuwste verhalen, like ons dan op Facebook, volg ons op Twitter of schrijf je in voor de nieuwsbrief!
Reacties