De afgelopen jaren komen er overal in Nederland Social Hubs en Social Clubs op. Sociaal ondernemers zetten de maatschappelijke missie van hun bedrijf voorop. Die missie is gekoppeld aan het oplossen van een maatschappelijk probleem. Hoe werkt dat precies? En is het ook iets voor studenten?
Dit artikel verscheen eerder op de website van Red Pers. Red Pers is een toegankelijk en inclusief opleidingsplatform waar studenten zich ontwikkelen, workshops volgen, producties publiceren en zich klaarstomen voor een journalistieke carrière. Door samen te werken met redacties en onderwijsinstellingen, verbindt dit platform een brede groep studenten met de journalistieke wereld, wat meer diversiteit en vakinhoudelijke kennis oplevert bij mediabedrijven. Zo vormen zij een springplank voor de journalisten van de toekomst. Meer lezen: https://www.redpers.nl/. Jos Hummelen schrijft zowel voor so/creatie als voor Red pers.
Zakkenvullers over lijken?
In contrast met de almaar fuserende internationale bedrijven en de onpersoonlijke tech-giganten, komen ze in Nederland als paddenstoelen uit de grond: kleine start-ups en ondernemingen met een maatschappelijke missie. Met allerlei verschillende beweegredenen: ondernemingen die duurzamer consumeren stimuleren, eerlijke internationale handel nastreven, of juist een inclusieve samenleving of zij die kwetsbare mensen op weg helpen. Met zo min mogelijk subsidies of giften, werken zij aan een eerlijke, circulaire of socialere maatschappij.
Herman Snelder is directeur van MDF, een consultancybureau dat internationale ontwikkeling en samenwerking bevordert. Snelder werkt ruim dertig jaar als sociaal ondernemer en ziet niets nieuws onder de zon. “Honderden jaren geleden begonnen ondernemers al bedrijven op te zetten vanuit het idee iets toe te voegen aan de maatschappij. Dat bedrijven nu enkel gericht lijken te zijn op winst is een nieuwe manier van denken. Juist daarom is sociaal ondernemen nu weer nodig.”
“Dat bedrijven nu enkel gericht lijken te zijn op winst is een nieuwe manier van denken. Juist daarom is sociaal ondernemen nu weer nodig.”
De bekende balans ‘people-planet-profit’ is doorgeslagen naar winst, ten koste van het milieu en het welzijn van de mensen die werkzaam zijn bij een bedrijf of het product afnemen. Snelder constateert dat de ‘menselijke maat’ vandaag de dag weer meer terugkomt in het bedrijfsleven en in de manier waarop wij onze maatschappij vorm geven. Geen misbruik maken van de nood van de mens, maar daar juist oog voor hebben. Winst is een belangrijke factor om onafhankelijk en duurzaam te kunnen opereren, volgens deze sociale ondernemers.
Denk groot, begin klein
Er zijn een aantal succesvolle sociaal ondernemers aan te wijzen in Nederland. De grootste is Triodos, maar ook Vandebron is een bekende speler. Zo financiert Triodos initiatieven die zijn filosofie over een duurzaam Nederland onderschrijft. Vandebron probeert de energiemarkt te ‘vergroenen’ door honderd procent groene en lokale energie te leveren en zet daarmee andere energiebedrijven onder druk om ook mee te doen aan de ‘Groene Wende’.
De meeste ondernemers zijn echter veel kleiner en relatief onbekend. Happy Tosti is een voorbeeld van een kleinschalige onderneming die de laatste jaren sterk is gegroeid. Het tosti-restaurant biedt mensen een kans die anders tussen wal en schip vallen: werknemers die niet aangemerkt kunnen worden voor een uitkering of rugzakje, maar wel wat meer begeleiding nodig hebben om te beginnen op de arbeidsmarkt. Aan de buitenkant zie je niks van de doelstelling, maar terwijl consumenten een lekkere tosti verorberen, maken ze een werkzaam leven mogelijk voor de tientallen werknemers door heel Nederland.
“Naast dat ze ‘gewoon’ kwalitatieve koffie verkopen, handelen ze direct met de boeren en ruimen nog een ander groot obstakel voor koffieboeren uit de weg: banken die niet stimuleren, maar uitknijpen.”
Een ander voorbeeld van creatieve oplossingen voor sociale problemen biedt het Groningse Van Hulley. Deze organisatie is net als Happy Tosti bezig om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt te betrekken, maar werkt daarnaast ook circulair. Het idee is simpel: de klant stuurt een versleten overhemd op en krijgt een boxershort van die stof terug. Deze onderbroek is gemaakt door een immigrant die haar eerste stapjes zet op de maatschappelijke ladder.
Ondernemers in het buitenland
Niet alleen in Nederland, maar ook in het buitenland zijn sociaal ondernemers actief, waar ze proberen misstanden lokaal en creatief op te lossen. Het team achter Pure Africa zorgt er bijvoorbeeld voor dat koffieboeren makkelijk en voordelig geld kunnen lenen bij de lokale bank, waardoor ze kunnen opschalen om hun bedrijf rendabel te maken. Naast dat ze ‘gewoon’ kwalitatieve koffie verkopen, handelen ze direct met de boeren en ruimen nog een ander groot obstakel voor koffieboeren uit de weg: banken die niet stimuleren, maar uitknijpen. Justus Bijlsma van Pure Africa: “Wij eisen van de lokale bank dat ze geld uitlenen tegen redelijke rentepercentages. Voor elke kilo die wij verkopen in Nederland, gaat er een euro naar een lokale bank die dit weer uitleent onder onze voorwaarden.”
Soms wordt niet alleen het product uit het buitenland gehaald, maar ook de dienst. Tunga is een voorbeeld van een organisatie die Afrikaanse programmeurs koppelt aan Westerse organisaties die een digitaal bouwwerk willen neerzetten, zoals een website of een app. Ernesto Spruyt, eigenaar van Tunga: “Ik vind het belangrijk dat er banen in de dienstensector bijkomen in Afrika. De talenten van de Afrikaanse ontwikkelaars worden onderschat.” Met Tunga bewijst Spruyt dat deze Afrikaanse IT-specialisten wel degelijk kwaliteit kunnen leveren.
Failliet verklaard
Ondanks dat sociaal ondernemen in opkomst is, gaan er ook bedrijven over de kop. Zo werden bijvoorbeeld Granny’s Finest en Waka Waka onlangs failliet verklaard. Beide bedrijven proberen een doorstart te maken. Volgens Rutger van Weeren, oprichter van so/creatie, conceptbureau voor sociaal ondernemerschap, is dit niet erg: “Volgens mij is het een teken dat de sector volwassener aan het worden is. Sociaal ondernemen is ook gewoon ondernemen en zaken als faillissementen horen daar helaas ook bij. Het zou mij eerlijk gezegd verbazen als er nooit een sociale onderneming failliet zou gaan.”
Studentenondernemers
Enactus Nederland stelt ondernemende studenten in staat om ‘verantwoord leiderschap’ te incorporeren in hun bedrijfsmodel, waarbij sociaal ondernemen het middel is. Enactus heeft verschillende teams door heel Nederland. Sanne Peters van Enactus Utrecht voegt daaraan toe dat het lastig is om verantwoordelijk te zijn als ondernemer. De balans bewaren is daarin heel belangrijk. “Enactus is het voorportaal voor sociale ondernemers. We geven studenten een kans om hiermee te beginnen in een overzichtelijke setting.”
“Veel studenten willen niet alleen maar het keiharde zakenleven, maar ook een positieve impact maken in de maatschappij waar zij onderdeel van uitmaken.”
Nancy Moorman van Enactus Nederland: “Veel studenten willen niet alleen maar het keiharde zakenleven, maar ook een positieve impact maken in de maatschappij waar zij onderdeel van uitmaken.” Begeleiding daarin geeft Enactus bestaansrecht: workshops, ondersteuning en een netwerk om klein te beginnen en uiteindelijk zelf een sociale onderneming opstarten. Moorman: “Of iets toevoegen bij grote corporates…” Maar dan wel met de Enactus-bagage van verantwoord leiderschap. Via Enactus kun je al vroeg beginnen met deze ‘nieuwe’ vorm van ondernemen.
Verder lezen:
Gebouwen om van te houden: architecten in ontwikkelingslanden
Patrick van der Schuit – Hoe simpel sociaal ondernemen kan zijn
Herman Snelder – Sociaal ondernemen en ontwikkelingshulp gaan al dertig jaar samen
Rijnlands organiseren – ‘Niet de baas, maar wie het weet mag het zeggen’
Charlotte de Kruijk – Studenten laten proeven aan sociaal ondernemerschap
Reacties