Een uitspraak van Merijn Struik van Happyland over ‘end-ups‘ zette so/creatie-redacteur Rutger van Weeren aan het denken over het onderscheidende karakter van sociale ondernemingen en de onderscheidende businessmodellen die daar idealiter bij horen.
Op de vraag wat sociaal ondernemerschap is, is geen eenduidig antwoord te geven. Maar feit is, dat de term een bepaald type ondernemingen onderscheidt van alle andere. Daar horen dus ook onderscheidende businessmodellen bij. En vanwege de impact die een sociale onderneming wil maken, zou dat een model moeten zijn wat zich nou juist níet richt op continuïteit. Het alternatief: de social end-up: de onderneming die zichzelf zo snel mogelijk overbodig maakt.
Over wat sociaal ondernemerschap precies is, wordt nog veel discussie gevoerd. Vraag het tien willekeurig gekozen sociaal ondernemers en je krijgt tien verschillende definities. Zowel over het ‘sociale’ als het ‘ondernemende’ verschillen de meningen. Kan een not-for-profit organisatie ondernemend zijn? En bestaan er eigenlijk ondernemingen die niet sociaal zijn? Maar feit is dat je, door een onderneming een sociale onderneming te noemen, je hem daarmee onderscheidt van andere ondernemingen. Het is daarom zinvol om je af te vragen, wat de onderscheidende kenmerken zijn van een sociale onderneming.
Werkdefinitie
De Sociaal Economische Raad gebruikt als werkdefinitie: ‘Sociale ondernemingen zijn zelfstandige ondernemingen die een product of dienst leveren en primair en expliciet een maatschappelijk doel nastreven, dat wil zeggen een maatschappelijk probleem willen oplossen.’ Omdat deze definitie aansluit bij de Europese definitie én breed gedeeld wordt door aanwezigen bij de werkconferentie die de SER over sociaal ondernemerschap organiseerde, zal ik in dit artikel deze definitie hanteren.
Maatschappelijke missie voorop
Wat is het onderscheidende kenmerk van een sociale onderneming in deze definitie? In ieder geval niet het feit dat sociale ondernemingen zelfstandig zijn. Het onderscheidende kenmerk is ook niet het leveren van een product of dienst – want welke onderneming doet dat niet? In dit geval zit het onderscheidend vermogen weggestopt in de bijzin: dat wil zeggen een maatschappelijk probleem willen oplossen.
“Voor het daadwerkelijk oplossen van een maatschappelijk probleem is een businessmodel nodig wat hierop is ingericht.”
Businessmodellen
Voor het daadwerkelijk oplossen van een maatschappelijk probleem is een businessmodel nodig wat hierop is ingericht. Uiteraard kan dat ook zónder businessmodel, maar dan is er geen sprake meer van een (sociale) onderneming, maar van een NGO, non-profitorganisatie of een overheidsproject. Er bestaan bijna net zoveel verschillende businessmodellen als ondernemingen. Toch zijn er een aantal principes te herkennen die in veel businessmodellen terugkomen. Vaak zijn deze namelijk gericht op het maken van financiële winst, gericht op groei door het vergroten van het marktaandeel en gericht op het voortbestaan van de eigen onderneming.
Nieuwe alternatieven
Juist omdat sociale ondernemingen een maatschappelijk probleem willen oplossen, voldoet een dergelijk ‘oud’ businessmodel niet. Een verdienmodel is net zo belangrijk voor een sociale onderneming, maar de winst voor de samenleving – in tegenstelling tot financiële winst – staat voorop. ‘Winst’ kan in dit geval bijvoorbeeld betekenen dat een maatschappelijk probleem tegen lagere kosten wordt opgelost of op een wijze die rekening houdt met de belangen van alle stakeholders. Schaalvergroting voor sociaal ondernemers bestaat er vaak niet uit dat zij zelf groeien, maar dat zij anderen inspireren om – samen met hen – te werken aan de oplossing van het maatschappelijk probleem. En het allerbelangrijkste: als de missie volbracht is – en het oorspronkelijke probleem dus is opgelost – dan kan (moet?) de onderneming opdoeken, omdat zijn bestaansgrond daarmee is weggevallen.
“Omdat sociale ondernemingen gericht zijn op het oplossen van een maatschappelijk probleem, voldoet een ‘oud’ businessmodel niet”
Social end-up
Voor het oplossen van een maatschappelijk probleem is dus een businessmodel nodig gericht op het maken van winst voor de samenleving (‘impact’), gericht op het vergroten van deze impact door het inspireren van anderen om hetzelfde te gaan doen (schaalvergroting) en gericht op het zo snel mogelijk beëindigen van de onderneming. Vooral dat laatste klinkt misschien gek. Maar het stoppen van de onderneming betekent, in dit geval, dat het maatschappelijke probleem waar deze voor is opgericht, niet meer bestaat. Denk dus niet langer in start-ups, maar in social end-ups: sociale ondernemingen die in relatief korte tijd in staat zijn om op een vernieuwende manier een maatschappelijk probleem aan te pakken, daarmee anderen te inspireren en zichzelf zo snel mogelijk overbodig te maken. Dat zal de potentie van sociaal ondernemers om een maatschappelijk probleem doeltreffend aan te pakken echt versnellen.
Een vraag aan alle lezers van so/creatie: Hoe anders is sociaal ondernemen eigenlijk dan “gewoon” ondernemen? Zouden alle social enterpises moeten ambiëren zichzelf overbodig te maken? Zich moeten organiseren als social end-up, met een businessmodel gebaseerd op discontinuïteit. Wat denk jij?
Dit blog verscheen eerder in aangepaste vorm op de website van Starters4Communities: http://www.starters4communities.nl/sociaal-ondernemen-vraagt-om-social-end-ups/.
Reacties