De afgelopen vijf jaar heeft de ondernemersgeest een socialere kant gekregen. Steeds meer starters gaan voor sociale, maatschappelijke of milieugerichte impact. Zeker het laatstgenoemde zit al enige tijd in een demarrage. Sociaal ondernemerschap als fenomeen is echter geen rage; een reikende hand voor mensen tussen wal en schip is er altijd al geweest. In dit artikel zoomen we in op Bûtenút, een plek waar kwetsbare groepen zich kunnen ontwikkelen in een omgeving die meer lijkt op een bedrijf dan een dagbesteding. Mét paarden.
Twee zussen uit Friesland (Oentsjerk) koesterden ooit de wens om samen iets te ondernemen in de buitenlucht. Jolanda de Grijs en Fronny Hendriks, op het moment van overweging al jaren werkzaam bij een logge zorginstelling, richtten in 2013 Bûtenút op. “We wilden niet meer onderdeel zijn van een groot apparaat”, aldus Jolanda. “Je hebt te maken met lagen van autoriteit, een slinkende beslissingsbevoegdheid en steeds minder persoonlijk contact met cliënten. Voor ons is individuele aandacht het allerbelangrijkst.” En daar vinden vraag en aanbod elkaar; gevestigde instanties hebben simpelweg niet dezelfde bewegingsvrijheid en bieden geen zorg op maat. “Laat dat nou juist zijn wat mensen uit kwetsbare groepen nodig hebben.”
Re-integratie gepaard met activiteiten
Voor sommige mensen begint deze zorg of (re-)integratie bij het verzorgen van een paard. De aard van de werkzaamheid moet aansluiten op de doelgroep en de daarmee geassocieerde beperkingen en behoeften. De werkzaamheden zijn praktisch, overzichtelijk, stapsgewijs en zonder tijdsdruk. “Daarbij is het zo ingericht dat cliënten elkaar helpen met de taak of activiteit”, legt Jolanda uit. “Wij proberen vervolgens doelen te bepalen zodat we ergens naartoe kunnen werken.” Naast paard-gerelateerde activiteiten kun je ook werken in de (moes)tuin, dierenverblijven schoonmaken of kantinetaken uitvoeren. De website vat het als volgt samen:
‘Het buiten zijn, de seizoenen bewust meemaken
en ruimte om ons heen,
is wat ons een goed gevoel geeft.
Dat willen we de deelnemers van Bûtenút
ook graag laten ervaren.’
Ruimte bieden, maar niet krijgen
Een doorn in het oog voor veel zorgmedewerkers is de grote hoeveelheid controle vanuit de overheid: “In Nederland is de zorg strak geregeld. We lopen in veel opzichten voorop. We zijn echter doorgeslagen in de grondigheid van onze controles. Alles moet tot in de puntjes verantwoord worden in documenten die alles hebben van een reflectieverslag. We drukken vaker thermometers in de koelkast dan in een cliënt”, zegt Jolanda gekscherend. “Bovendien ligt sinds de Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning 2015) de verantwoordelijkheid niet meer bij de zorgkantoren, maar bij de gemeente. We spreken regelmatig mensen die, buiten hun schuld, weinig ervaring hebben in dit veld.” Daar komt nog bij dat de gemiddelde gemeente financieel niet fit genoeg is om dit onder controle te krijgen. Zorggelden zijn niet toereikend. Zeker nu corona het publieke debat heeft gearresteerd. Economische overwegingen hangen als dreigende wolken boven het besluitvormingsproces. “Maar daar doe je het niet voor.”
Voor elkaar, met elkaar
Noordoost Friesland is door stemmers rood-groen gekleurd, en beide kleuren hebben een interpretatie van naastenliefde als thema. In 2020 kan de regio rekenen op extra financiële mogelijkheden vanuit Europa. Er wordt onder meer ingezet op het versterken van de sociale cohesie, het stimuleren van de zelfsturing van dorpen en het stimuleren van sociaal ondernemerschap. Jolanda hoopt dat er ook wat geld wordt vrijgemaakt voor zorgmensen die zelf iets beginnen: “Zorgmensen zijn per definitie niet zakelijk, terwijl die eis steeds sterker wordt. De meeste starters in onze hoek hebben drie tot vijf jaar nodig om iets op te bouwen. Tegen die tijd ben je gewend aan schaarste en kun je zomaar verkeerd omgaan met de eerste successen. Die startfase is cruciaal.”
“Zorgmensen zijn per definitie niet zakelijk, terwijl die eis steeds sterker wordt.”
Groeien in een streng klimaat
Het pad van de sociale ondernemer is geen regenboog en nergens in het proces staat een pot goud op je te wachten. “Als je rijk wilt worden, moet je niet in de zorg gaan werken”, voegt een stellige Jolanda toe. “Alleen als je je rijk wilt voelen. Hoe beter we mensen per dagdeel kunnen helpen, hoe meer plezier het werk oplevert. We willen binnenkort graag samenwerken met paardencoaches om nog effectievere individuele aandacht te kunnen bieden. Dat blijft het speerpunt.”
Reacties