Als geïnteresseerde, betrokkene, goede bekende, coach en adviseur heeft Raymond Witvoet de laatste jaren vele en sterk verschillende sociale ondernemers en ondernemingen voorbij zien komen. Een gegeven dat vrijwel altijd de basis vormt van elke sociale onderneming is de ideële wens en drive van de initiatiefnemer, -neemster of -nemers. Er wordt een maatschappelijk probleem gezien of ervaren en daar wenst men verandering in aan te brengen. Dit gegeven is overigens ook in veel vakliteratuur terug te vinden, tot zover niets nieuws. Wat Raymond echter naar aanleiding van wat hij heeft gezien iedereen gunt die plannen heeft om sociaal ondernemer te worden, is een gezond verdienmodel.
Waarschuwing 1
Als ik heel eerlijk ben kom ik weinig sociale ondernemers tegen die hebben nagedacht over een goed en houdbaar verdienmodel, met alle gevolgen van dien. De eerste waarschuwing die ik wil geven is dat er maar weinig bedrijven zoals Facebook en Twitter zijn. Die geldt niet alleen voor sociale ondernemers maar voor de bredere (en belachelijke gehypete) start-up wereld in het algemeen. Er zijn niet zoveel partijen waar maar schijnbaar eindeloos geld in wordt gepompt door investeerders. Wie wil weten hoe een investeerder denkt hoeft alleen maar eens naar de befaamde IRR tabel (bovenaan dit artikel) te kijken om te begrijpen hoeveel rendement je moet draaien om een investeerder gelukkig te maken. Dit rendementsaspect is vaak in het sociale domein nog lastiger. Wees er dus op voorbereid dat je zoveel mogelijk je eigen broek op zult moeten houden.
Waarschuwing 2
De tweede waarschuwing die ik wil geven is tegen de macht en de afhankelijkheid van fondsen en subsidies. In mijn Syntens-tijd was er bij ondernemers nogal eens de verwarring en verwachting dat wij subsidie verstrekten. Als deze teleurstelling dat dit niet het geval was eenmaal was verwerkt, dan gaf ik vaak ook direct aan dat je als je als ondernemer afhankelijk bent van subsidies de houdbaarheid van je organisatie zeer beperkt is. De subsidie als kort zetje in de rug kan nut hebben, maar het is veel beter als je het niet nodig hebt.
“Als je als ondernemer afhankelijk bent van subsidies is de houdbaarheid van je organisatie zeer beperkt.”
Met fondsen is dit vaak nog een graadje erger heb ik gemerkt. Om in aanmerking te komen voor de meeste fondsen wordt je vaak gedwongen een stichtingsstructuur op te zetten. Hiermee komen automatisch vaak de besturen die te vaak te veel willen besturen, niet echt snappen waar het precies over gaat en regelmatig een verkeerde vorm van risicomijdend gedrag vertonen. Een zorgvuldige keuze van het juiste bestuur maar – nog belangrijker – de borging dat er geen personen in komen die er anders in zitten is een wat mij betreft belangrijk advies. Daar komt bij dat alle fondsen vaak voor kortere perioden financieren. Is die periode voorbij dan zal er op zoek gegaan moeten worden om dit gat te dichten en na een paar jaar heb je dan de meeste grote fondsen wel gehad en zit je zonder verdienmodel en nog steeds met een financieringsbehoefte.
Gevolgen
Deze onzekerheid over de financiering trekt na een aantal jaren een zware wissel – zowel fysiek, emotioneel als mentaal – op veel sociaal ondernemers. Dat is vaak een behoorlijk en soms zelfs pijnlijk contrast met de positieve woorden die er in de buitenwereld over de ondernemer, onderneemster en onderneming zijn.
Maatschappelijke versus financiële waarde
Het grote probleem is dat niet alle maatschappelijke problemen zijn op te lossen met een gezond verdienmodel eronder. De ideële drive van de ondernemer of onderneemster maakt echter vaak dat er toch een organisatie wordt opgetuigd. Na enige tijd blijkt echter dat of de doelgroep bijvoorbeeld niet in staat of bereid is er genoeg voor te betalen, of de kosten van een goede dienstverlening zijn te hoog, of een combinatie hiervan. Er zijn meerdere situaties mogelijk. De maatschappelijke waarde staat vrijwel altijd buiten kijf maar het is lastig om dit in financiële waarde uit te drukken. Hoe druk je leefgeluk bijvoorbeeld in geld uit? Ik zou bijna zeggen dat dat gelukkig niet kan!
“Niet alle maatschappelijke problemen zijn op te lossen met een gezond verdienmodel eronder.”
De lacune
Helaas is het zo dat in het huidige economische (alles draait om financiële waarde) en politieke landschap (een nog steeds neo-liberale terugtrekkende overheid) waar wij ons als maatschappij in bevinden, er geen ruimte is voor een structurele financiering voor dit type uitdagingen.
Dat maakt echter niet dat de idealist in mij hier niet over nadenkt. Mijn ideaal zou in dit licht een (overheids gefinancierd) fonds zijn, dat daar waar een sociale onderneming een duidelijk maatschappelijk doel dient, voor een onbepaalde (!) tijd voor de financiering zorgt.
Voorwaarde
Een belangrijk in te bouwen principe zou overigens wel moeten zijn dat een organisatie mag of soms zelfs moet stoppen als de maatschappelijke waarde eenmaal geborgd is. Het gaat uit van dezelfde tijdelijkheid die de basis vormt van het initiatief Part-Up. De tijdelijkheid is echter niet gebaseerd op het niet meer beschikbaar zijn van financiën maar op het hebben geborgd van de maatschappelijk waarde. Hoe mooi is het als deze waarde eenmaal voldoende is geborgd de sociale onderneming mag stoppen, de organisatie mag sterven, om zo ook weer ruimte te maken voor nieuwe initiatieven. [Zie in dit kader ook de eerdere blog van Rutger van Weeren op so/creatie: “Sociaal ondernemen vraagt om social end-ups” red.] Het vraagt eerlijkheid en het vraagt moed, het vraagt dat je je darlings los durft te laten maar het maakt ook zichtbaar wat het is dat er is gerealiseerd en het sluit de cirkel. De eindigheid zorgt er in mijn optiek overigens ook voor dat de gepercipieerde druk op de schouders van de ondernemer of onderneemster lager is.
“Een belangrijk in te bouwen principe zou overigens wel moeten zijn dat een organisatie mag of soms zelfs moet stoppen als de maatschappelijke waarde eenmaal geborgd is.”
Twee soorten
Je krijgt in de basis hierdoor twee verschillende soorten sociale ondernemingen. De eerste categorie heeft een gezond verdienmodel en realiseert deze met een maatschappelijke waarde als vertrekpunt. De tweede categorie is er een met volgens mij over het algemeen wat meer pioniers. Deze categorie heeft als vertrekpunt ook een maatschappelijke waarde maar dan een waar moeilijk financiële waarde tegenover gezet kan worden. Voor deze tweede is er dan het overheids gefinancierde fonds voor onbepaalde tijd.
De optimist in mij zegt: hoe fiksen we dit even?
De pessimist in mij zegt: dat gaat nooit gebeuren!
De realist in mij zegt: het vraagt een lange adem maar het is te doen!
Wat zeg jij?
Dit artikel verscheen eerder op LinkedIn en is overgenomen met toestemming van de auteur.
Social Powerhouse, Spirit of the Age en so/creatie onderzoeken momenteel de huidige knelpunten in financiering van sociale ondernemingen in zorg en welzijn. Doel is zicht te krijgen op alternatieve vormen van financiering, waardering van de waarde die sociaal ondernemers creëren in de verschillende sociale domeinen en het vraagstuk hoe sociaal ondernemers van blijvende waarde kunnen zijn.
Dit doen we door een onderzoeksdialoog te organiseren op 31 oktober onder de naam Serious Social Value 2020. Herken je je in bovenstaande? Ben je voorbij de eerste 5 jaar van je sociale onderneming? En wil je graag deelnemen aan de onderzoeksdialoog? Stuur een mailtje aan [email protected] en je ontvangt een uitnodiging! Meer informatie over het onderzoek en de bijeenkomst op 31 oktober vind je hier.
Reacties