Als student kom je niet snel in aanraking met verzorgingstehuizen. Arian Khoshchin kreeg er voor het eerst mee te maken toen de oma van zijn vriendin in een verzorgingstehuis belandde. Hij verbaasde zich over het aanbod van de activiteiten, er was niks interessants te doen. “De oma van mijn vriendin is een slimme vrouw en het enige wat ze kon doen was bingoën en een rondje door de tuin lopen”, vertelt Arian.
Hij en zijn businesspartner Christophe Mombers speelden al een tijd met het idee om een jaar iets van vrijwilligerswerk te gaan doen naast hun studie. Eerst zaten ze te denken over een bestuursjaar bij een vereniging, maar dat bleek te veel iets voortzetten te zijn in plaats van iets opstarten. Toen Arian een probleem signaleerde bij het activiteitenaanbod van verzorgingstehuizen greep hij dat met beide handen aan. Samen met Christophe zette hij Stichting Edisen op.Over Arian Khoshchin
“Eerst zaten we te denken over een bestuursjaar bij een vereniging, maar dat werd iets anders.”
Non-profit studenten
Arian vond dat er interessant vermaak moest komen voor ouderen. Zo besloot het duo colleges te ontwikkelen die door studenten aan ouderen gegeven worden. Stichting Edisen is een non-profit organisatie, dat wil zeggen dat alle winst die ze maken weer geïnvesteerd wordt in de stichting. Om als student een non-profit organisatie op je naam te hebben is best een dingetje. “Het klinkt heel cool om een non-profit organisatie op je naam te hebben staan op onze leeftijd”, zegt Arian. Het tweetal heeft speciaal gekozen om er een stichting van te maken. Volgens Arian past het hebben van een winstoogmerk niet bij het model om mensen te helpen.
Wat ook belangrijk is voor Arian, is dat hij makkelijk dingen kan delen. Daar helpt een non-profit bij: “Als je echt een bedrijf leidt, moet je steeds oppassen dat ideeën niet overgenomen worden door andere partijen, bij een stichting is dat niet echt een optie aangezien je er toch geen winst mee maakt”, zegt Arian. Ook denkt hij dat het maken van connecties hem makkelijker afgaat doordat Edisen een stichting is. “Er is een veel grotere gunfactor die meespeelt, mensen vinden het een charmant plan en zijn meteen geïnteresseerd.”
Ruimtereizen voor senioren
Dat er meer interesse is in de colleges is duidelijk, inmiddels geven ze al colleges in alle grote studentensteden. Ook hebben ze een samenwerking met SpelenderGrijs – lees ook het interview met oprichter Floris van den Dries!. De colleges geven wordt niet meer door Edisen zelf geregeld, dat heeft SpelenderGrijs op zich genomen, wel blijven ze de colleges zelf maken. Maar ze zijn nog niet klaar met ontwikkelen, in tegendeel zelfs, ze hebben grootse plannen voor de toekomst. “Op lange termijn zou ik ook ruimtereisjes voor senioren willen gaan organiseren! Nee, nu is dat nog niet mogelijk, maar als dat ooit zou kunnen zou dat natuurlijk geweldig zijn,” vertelt Arian lachend.
“Op lange termijn zou ik ook ruimtereisjes voor senioren willen gaan organiseren.”
Wijze lessen
Grote successen zitten volgens Arian in de kleine dingen. “Het zit hem in de kleine successen. We gaven een virtual reality college; iedereen kreeg zo’n vr-bril op en twee weken later vertelde een verzorgster dat een dementerende vrouw nog steeds wist dat ze tijdens ons college dat gegeven werd in Den Haag, naar Egypte was geweest. Dat geeft echt een geweldig gevoel.” Hij heeft veel geleerd van het opzetten van Edisen. “Mijn grootste les is wel dat je het niet in je eentje moet proberen, we wilden ons idee aan het begin niet aan anderen vertellen omdat ze dan misschien ons idee zouden stelen. Dat helpt niet, je moet met mensen praten om verder te komen.”
Een andere belangrijke les die Arian heeft geleerd en graag aan toekomstige sociaal ondernemers wil meegeven is dat je door kleine doelen te stellen sneller vooruit gaat. “Begin met concrete doelen die op korte termijn te verwezenlijken zijn, zo zie je snel resultaat.” Zelf deden ze dat ook aan het begin, steeds een dominosteentje erbij zetten. Het gaat dan niet zo snel, maar volgens Arian moet dat ook aan het begin. “Op een gegeven moment weet je dat je idee werkt, en moet je vertrouwen hebben om grotere doelen te stellen, zoals twintig colleges maken of mensen in dienst nemen.”
“Begin met concrete doelen die op korte termijn te verwezenlijken zijn, zo zie je snel resultaat.”
Aardigere maatschappij
Arian vindt dat sociaal ondernemen al goed in deze maatschappij past. “We leven in een tijd waarin alles open en bloot is, alles is van iedereen te zien. Met een sociale onderneming is data eigenlijk hetzelfde: je bent transparant bezig met wat je aan het doen bent.” Hij denkt dat sociale ondernemingen de stappen nemen naar een maatschappij die aardiger is voor elkaar.
Hij vindt het belangrijk dat er niet alleen gigantische organisaties zijn waar winst maken voorop staat, maar dat er ook andere beweegredenen zijn voor mensen om een onderneming te starten. Geld verdienen met een sociale onderneming vindt hij geen schande, maar wel vindt hij dat de balans tussen sociaal ondernemen en winst maken duidelijk moet zijn. “Je kan prima je boterham verdienen met een sociale onderneming, maar ik vindt niet dat dat je doel moet zijn. Het sociale aspect gaat altijd voor.”
Mentaliteitsverandering
Volgens Arian wordt er al veel gedaan om sociaal ondernemen te stimuleren, door het afgeven van subsidies en fondsen. Hij denkt dat sociaal ondernemen alleen meer de standaard wordt als de mentaliteit van het grote publiek veranderd. “We zijn nu helemaal vergroeid met het idee dat we een goede baan moeten krijgen en geld moeten verdienen. Bij sociaal ondernemen denk je daar niet aan. Je denkt aan hoe je de maatschappij beter kan maken. Dat is een mentaliteitsverandering die bij mensen zelf moet veranderen. Pas dan kan sociaal ondernemen de standaard worden.”
Voor de so-estafette raadt Arian sociaal ondernemer Vincent van der Wel van Patient One aan. Van der Wel ontwikkelde een model dat de business risico’s van een nieuw geneesmiddel dat op de markt moet komen verdeeld tussen alle betrokken partijen.
Reacties