Rollatorspreekuren, goedkope zorgaanpassingen in huis, aanschuifmaaltijden, hulp bij schulden: de Zorgvrijstaat Rotterdam West wil werken aan nieuwe vormen van zorg. Met experimenteren en al lerend leren willen ze komen tot een zorgcoöperatie voor Rotterdam West. En welja, tot democratische vernieuwing.
De missie is duidelijk omschreven: Zorgvrijstaat wil bewoners activeren, verbinden en organiseren, tot een zorgcoöperatie van voor en door bewoners van Rotterdam West. Maar wat doet de Vrijstaat precies, wat willen ze veranderen in de zorg en waarom? Wij gaan het gesprek aan met twee van de initiatiefnemers: Alexander Hogendoorn en Dennis Lohuis. En we beginnen bij het begin, hoe begon de Vrijstaat?
Bewoners doen veel aan informele zorg
Dennis: ‘Alexander en ik kwamen elkaar anderhalf jaar geleden tegen in Leeszaal West (een nieuwe ontmoetingsplaats/bibliotheek voor en door bewoners in Rotterdam West. Redactie), we zijn vanuit verschillende hoeken met zorg en welzijn bezig. Ik ben social designer, vanuit kunst en cultuur ben ik bezig met maatschappelijke vraagstukken. Alexander heeft lange tijd in de zorg gewerkt en adviseert over transities en zorginnovatie. En we zijn beiden zeer geïnteresseerd in de veranderingen die er nu zijn in de zorg. In deze tijd van decentralisaties wordt er veel meer verwacht van bewoners terwijl veel mensen niet weten wat er van ze wordt verwacht. Er zijn dan ook redenen om je zorgen te maken. Maar als je om je heen kijkt zie je ook redenen om blij te worden. Bewoners doen veel op het gebied van informele zorg.’
Verbinding tussen organisaties en bewoners
Alexander: ‘We zagen dat zorginstellingen en gemeenten bezig waren om zich voor te bereiden op de transities. Maar aan de kant van bewoners gebeurt er veel minder. En de verbinding tussen de partijen is er al helemaal niet. Wij zagen en zien daar enorme kansen. Ook omdat wij vanuit een ander perspectief kijken dan instellingen. Wij willen vraaggericht organiseren. Dus zien wat het vraagstuk is en dan aan de slag. We willen de vrije ontwikkelruimte opzoeken en dat moet je gewoon gaan doen, want daar krijg je van niemand de opdracht toe.’
Organisaties zijn teveel met zichzelf bezig
Alexander: ‘Organisaties zijn logischerwijs heel erg met zichzelf bezig en hebben een focus op hun taakstelling. Als je bijvoorbeeld kijkt naar schuldhulpverlening dan zie je dat de samenhang ontbreekt. Er zijn verschillende organisaties mee bezig die niet samenwerken maar het grootste deel van de taart willen hebben. Ze willen als organisatie blijven bestaan en dat is hun belangrijkste drijfveer, dan heeft het zoeken naar samenwerking geen prioriteit. Maar we hebben natuurlijk gezamenlijk een ‘challenge’, dan heb je een partij nodig die de mensen bij elkaar brengt. Als Zorgvrijstaat fungeren wij een beetje als zo’n onafhankelijk platform.’
Het geld is niet op
Dennis: ‘Iedereen denkt dat door alle bezuinigingen het geld bijna op is, maar het geld is er wel. Als je kijkt wat er in een wijk aan geld beschikbaar is, dan is heel veel mogelijk. Als je kijkt naar budgetten voor bijvoorbeeld alleen al het ziekenvervoer. Wat kost de wijk en wat levert de wijk op? Het gaat om heel veel geld. Dat kan veel verstandiger georganiseerd worden.’
Een gesprek over de participatiemaatschappij op straat
Zo zaten de mannen te praten destijds in Leeszaal West en ze bleken op één lijn te zitten en al snel was het: geen woorden maar daden. Ze besloten iets te doen. Het eerste wat ze deden was een wijkontmoeting organiseren in de buurt Het Nieuwe Westen. De vraag die centraal stond was: wie gaat de billen van de buurman wassen? 60 deelnemers zijn de straat op gegaan met sandwichborden om, om het gesprek aan te gaan. En dat gesprek kwam op gang, op straat. Zou jij voor mij boodschappen doen als ik mijn been breek? Het gesprek dat al lang gevoerd wordt op politiek niveau: over de participatiemaatschappij, werd nu ook op straat gevoerd.
‘We moeten opnieuw uitvinden hoe we met elkaar voor elkaar kunnen zorgen.’
Dennis: ‘Het bleek dat mensen daar weinig over nadachten, dat komt natuurlijk doordat we decennialang in een verzorgingsstaat leven. Men stelt de vraag niet eens meer. Wat de verzorgingsstaat ook heeft gedaan is dat er veel organisaties zijn die gericht zijn op hun eigen groep. Hier in Rotterdam zijn er vele zelforganisaties. Zo zijn er organisaties van Hindoestanen, Antilianen, Marokkanen enzovoort. Er zijn wondervrouwen, wereldvrouwen, krachtvrouwen. En veel van deze organisaties koken voor hun achterban. Behoorlijk wat Rotterdammers weten deze plekken echter niet te vinden. Dus dat was onze volgende stap. Wij vroegen aan deze plekken: willen jullie voor een paar mensen meer koken? Bijna iedereen was daartoe bereid. Nu worden onder de vlag ‘Aanschuiven!’ ongeveer 10 maaltijden in de week aangeboden op verschillende plekken in de buurt. En wij doen de communicatie.
Al deze verschillende plekken zijn op onze Aanschuifkalenders te vinden. Aanschuiven zorgt niet alleen voor lekkere betaalbare maaltijden voor niet zo draagkrachtige mensen (we proberen de prijs per maaltijd op 3,50 te houden, sommige plekken vragen iets meer). Maar het is ook een manier om te bouwen aan gezelligheid en cohesie in de buurt. En de meeste mensen komen wekelijks en krijgen een band. Zo ontstaat een eetinfrastructuur. Een volgende stap die we met de maaltijden willen zetten is het gesprek aangaan over zorgen voor elkaar. Dit willen we doen met een soort spel: Aankaarten heet het. Dat zit vol met zogeheten Duivelse dilemma’s waar mensen op moeten reageren, zoals: ‘alles laten lopen, of nooit meer lopen?’ Of vragen: als je buurvrouw je been gebroken heeft, zou je dan voor haar willen koken? Een keer? Twee keer? Of wekelijks drie keer? Dat levert mooie gesprekken op.’
We moeten elkaar meer gaan helpen, dat gebeurt niet automatisch
Alexander schetst enthousiast de mogelijkheden van de toekomst. Hij ziet die eetinfrastructuur nog veel verder gaan. Community-tuinen waar bewoners zelf tuinieren en met de opbrengst van die tuinen kunnen de kookgroepen koken. Ook ziet hij mogelijkheden om te koken met restjes, want er wordt te veel weggegooid. Ze willen een wijk-ecosysteem organiseren.
Alexander: ‘Duidelijk is dat we elkaar binnen de ‘civil society’ meer moeten gaan helpen. Dat kan ook. Maar het gebeurt niet automatisch. We willen helder krijgen wat kan, hoe, waar grenzen liggen en hoe je adequaat met professionals samenwerkt. Wij gaan bewoners op verschillende manieren helpen om duidelijk te krijgen wat je zelf kunt oppakken en waar je professionals voor inschakelt.’
Rare taakstellingen gaan samenwerking tegen
Dennis: ‘Vaak zijn instellingen met allerlei rare taakstellingen bezig. De een moet jongeren bereiken, de ander zoveel mogelijk allochtonen. Daarom kijken ze niet verder en niet naar elkaar. Wij willen dat er samengewerkt wordt: verbinden en versterken. Laten we nou eens een programma opstellen dat iedereen alles kan vinden en dat er samengewerkt wordt. Of dat nou beroepskrachten zijn of bewonersgroepen maakt ons dan niet eens zoveel uit. Het is belachelijk dat daar zo weinig aandacht voor is. Wij kunnen dit doen en zien omdat wij geen welzijnsinstelling zijn, wij werken niet volgens een boekje. Wij hebben geen targets, we verwijzen door waar het kan. Wij zullen nooit zeggen dat iemand niet binnen onze doelgroep past, want we geloven in diversiteit. En we denken niet in hokjes: wij zien geen muren!’
Ze zien geen muren, ook niet tussen domeinen, leggen ze uit. En dat is ook de reden dat ze net zo hard bezig zijn met de aanschuifkalender als met hulp bij schuldsanering als met de klussendienst.
Klussendienst doet kleine aanpassingen voor een paar tientjes
Dennis: ‘Ja de klussendienst. We kwamen erachter dat veel mensen kleine aanpassingen nodig hebben in hun woning. Maar waar kunnen ze terecht voor een kleine aanpassing? Hoe er nu met deze vragen om wordt gegaan, maakt deze kleine aanpassingen vaak duur. Alleen al door de voorrijkosten voor iemand die een handgreep in je toilet komt plaatsen ben je tientjes verder. Wij kunnen zo’n handgreep plaatsen voor 15 euro. Een verhoogd aanrecht kunnen wij verzorgen voor 125 euro. Zelfs grotere klussen zoals een oprit maken voor je rolstoel doen wij (met vrijwilligers), dat kost 400 euro. Op dit moment zijn we bezig met verschillende woningbouwcorporaties. We willen hen een ‘gedoeafkoopgarantiefonds’ aanbieden, omdat deze aanpassingsvragen ze nu wel tijd – en daarmee geld – kosten, maar ze toch vaak ‘nee’ moeten verkopen. Wij kunnen de lastige vragen die zij krijgen oplossen tegen materiaalkosten.’
Hierbij kun je je afvragen of dit wel werk is voor vrijwilligers. Hoe kijken jullie daar tegenaan?
Alexander: ‘Ja het is natuurlijk een vraag voor de toekomst in hoeverre je dit met vrijwilligers wilt oplossen. We werken soms samen met een klussendienst voor mensen met een psychische aandoening, voor hen is het fijn om te werken. Duidelijk is dat er een nieuwe economische orde aan het ontstaan is. Een aannemer inschakelen is voor sommigen gewoon onbetaalbaar. Maar, als je langer zelfstandig wilt kunnen blijven wonen, dan zijn woningaanpassingen soms gewoon nodig. Het blijkt nu wel dat het institutionaliseren van de oplossingen ook grenzen en beperkingen heeft. Waar de nieuwe grenzen zullen liggen is voor ons ook nog niet duidelijk. Het is een grote ontdekkingstocht. Dus laten we nu experimenteren.’
Never waste a good crisis
Dennis: ‘We willen een zorgcoöperatie worden en boven alles een omgeving waar we opnieuw kunnen uitvinden hoe we met elkaar voor elkaar kunnen zorgen. Als wij dit goed doen, zullen steeds meer mensen zich aansluiten. En we doen het en blijven het doen door vanuit de vraag te denken. Door onderzoekend te ontwerpen.’
Alexander: ‘Ja daar is het echt de tijd voor: never waste a good crisis. We zullen op zoek moeten naar nieuwe betekenis. Met de zorgcoöperatie krijgen bewoners zeggenschap over de inkoop en verdeling van middelen en zo bouwen we dus impliciet aan democratische vernieuwing. Het oude systeem is ten einde. En het nieuwe systeem wordt zeker menselijker dan het was.’
Dit artikel werd eerder gedeeld in LSA Bewoners Berichten: Het magazine van de landelijke vereniging van actieve bewoners, het LSA. Het artikel is ook te vinden op het nieuwe platform voor buurtontwikkeling Buurtwijs, een initiatief van onder andere Movisie. so/creatie werkt samen met Buurtwijs om lokale sociaal ondernemers meer zichtbaar te maken.
Reacties