Kleine interventies in krachtwijken kunnen veel effect hebben op de juiste momenten en zorgen er voor dat de wijk gaat bloeien. Professionals kunnen dit complexe proces niet sturen, maar ze kunnen wel helpen verborgen bronnen in de wijk te ontsluiten.
‘Geld als water verdienen’ roept beelden op van overvloed. Een gebrek aan water, zoals in de woestijn, verwijst naar schaarste. In de vorige blog vergeleken we woestijnen met gemarginaliseerde wijken, waarin binnenkomend geld snel weglekt en initiatief verloren gaat. We bespraken hoe de wijk een ecosysteem is met een web van relaties, net als de woestijn. We zagen hoe deze relaties elkaar kunnen versterken en verzwakken: van opwaartse spiralen zoals bomen die een microklimaat creëren tot neerwaartse spiralen zoals armoedevallen die mensen gekluisterd houden aan de bodem. Ecosystemen hebben kantelpunten, die verklaren hoe een kleine interventie soms veel effect kan hebben en andersom. Het effect van een interventie is onvoorspelbaar en pas achteraf wordt duidelijk waarom iets lukte of mislukte. Experimenteren en reflecteren zijn daarom belangrijk in complexe systemen: je probeert, leert en past aan. Deze aanpak verschilt van de werkwijze bij ingewikkelde problemen, waarbij de relatie tussen oorzaak en gevolg helder is en je kunt terugvallen op bekende en efficiënte procedures. Voordat we verder ingaan op de verschillen tussen complexiteit en ingewikkeldheid en hun respectieve benaderingen keren we terug naar de woestijn.
Van hulpeloosheid naar gemeenschapskracht
Voor veel veertigplussers staan de beelden van de hongersnood in Ethiopië in 1984/1985 nog op het netvlies gebrand. De eerste beelden van deze humanitaire ramp kwamen uit Tigray, een noordelijke provincie, waar een uitgemergelde mensenmassa hulpeloos in de woestijn opeengepakt zat. Bob Geldof organiseerde in 1985 de Live Aid concerten als reactie op die beelden. Nu, dertig jaar later, is dit gebied weer in het nieuws (zie ook hier en hier). Ditmaal is de boodschap niet één van hulpeloosheid, maar juist één van kracht, gemeenschap en vernieuwing. In de afgelopen 20 jaar hebben duizenden Ethiopiërs namelijk gezamenlijk zo’n 224.000 hectare droge grond vergroend door middel van een agro-ecologische aanpak van watermanagement, gereguleerde begrazing en het afstemmen van gewassen en vegetatie. De schaal waarop dit plaatsvindt heeft Bijbelse proporties. In de gehele periode is waarschijnlijk meer aarde en steen verplaatst dan bij het bouwen van de piramides. In de jaren ‘90 werden inwoners van Tigray opgeroepen om drie maanden per jaar te werken aan terrassen, dijken en beplanting. Later werd dit teruggebracht tot 40 dagen en nu is de bijdrage 20 dagen per jaar.
Sociale revolutie komt zowel van bottom-up als top-down
Ook op sociaal gebied geschiedt in Tigray een wonder. Helaas is de berichtgeving minder uitvoerig over deze sociale revolutie. Hoe mobiliseer en organiseer je duizenden mensen die worstelen met armoede, conflicten en de bijbehorende armoedevallen? Hoe maak je mensen warm voor iets waar mogelijk pas de volgende generaties de vruchten van plukken? Een ecologische kanteling vraagt evenzeer om een sociale kentering, waarbij gemeenschappen zichzelf leren organiseren, conflicten moeten oplossen en kennis gaan delen. In Tigray komt deze verandering zowel bottom-up als top-down, met initiatief en leiderschap vanuit de betrokken gemeenschappen en sturing van bovenaf. Een belangrijke les is dat men in Tigray geen halve maatregelen neemt. Half werk is geen werk, omdat vicieuze cirkels het systeem weer snel in oude staat brengen. De opwaartse spiraal moet ondersteund worden voorbij het kantelpunt. In Tigray waken ze daarom nog steeds voor overbegrazing van het kwetsbare groen.
Eigen kracht is een loze term
Het huidige discours over het kantelen van de verzorgingsstaat naar de participatiesamenleving miskent de enorme inzet en de lange adem die een kanteling doorgaans vraagt. Tigray maakt duidelijk hoe groot die inzet kan zijn. In Nederland leven volgens de voedselbank meer dan een miljoen mensen onder de armoedegrens. Neerwaartse armoedevallen houden veel van deze mensen gekluisterd aan de bodem. Eenmaal op de bodem is het moeilijk om boven de eigen situatie uit te stijgen en om bijvoorbeeld een groene oase te visualiseren, waar nu verdorde grond is. ‘Eigen kracht’ is in dat geval vaak een loze term en eerder een bevestiging van onvermogen. Een frisse blik van buiten helpt dan. Helaas zijn sociale professionals nu terughoudend met hun inbreng: het moet immers ‘bewoners-gestuurd’ en ‘bottom-up’. De vraag is echter niet zozeer wie aan het stuur is, maar of er überhaupt een stuur is. Ingewikkelde processen, zoals het bouwen van een buurthuis, kun je sturen. Complexe systemen, daarentegen, zijn onvoorspelbaar en laten zich niet regisseren. In een netwerk van relaties die elkaar wederzijds beïnvloeden is noch de bewoner, noch de professional aan het stuur: ze zijn wederzijds afhankelijk.
Ingewikkelde en complexe bakens
De huidige wijkaanpak hinkt op twee gedachten. In de 8 bakens van Welzijn Nieuwe Stijl staan ingewikkelde bakens, zoals ‘resultaatgericht werken’, naast complexe bakens, zoals ‘de vraag achter de vraag’. Helaas maken de bakens niet duidelijk welke benadering wanneer moet worden toegepast. Dit zorgt voor verwarring in de praktijk: wanneer werk je efficiënt en wanneer bied je ruimte voor experiment? Een vuistregel hiervoor is dat je een ingewikkeld probleem kunt opdelen in kleinere, afzonderlijke stukken en een complex probleem niet. Bij autopech is het probleem te herleiden tot delen, die afzonderlijk op te lossen zijn. Een defecte radiator kun je vervangen. Er is een duidelijke oorzaak en een efficiënte oplossing. Dit geldt niet voor een complex probleem als jongerenoverlast. De vraag achter de vraag is hier relevant: wie heeft overlast, wat is de overlast en hoe kijken anderen hier tegenaan? Vaak zijn er in dat geval meerdere, conflicterende invalshoeken ten aanzien van het probleem. De professional kan complexe problemen niet oplossen. Hij of zij kan wel een gesprek mogelijk maken tussen alle betrokkenen of ruimte creëren voor initiatief, overigens zonder garantie op goed resultaat.
Op zoek naar de verborgen bronnen
‘Wat de woestijn zo mooi maakt’, schreef Antoine de Saint Exupéry in Le Petit Prince, ‘is dat er ergens een bron verborgen zit’. Met de juiste aandacht kan een bron uitgroeien tot een oase. Ook in gemarginaliseerde wijken zitten verborgen bronnen. Onbenutte talenten van werkloze bewoners zijn een verborgen bron. Deze bron kan groeien wanneer nieuwe regelgeving participatie mogelijk maakt met behoud van uitkering. Een leeg gebouw wordt een bron wanneer het door bewoners beheerd en geëxploiteerd kan worden. Het inkoopbudget van instellingen wordt een bron wanneer ze zaken willen gaan doen met bewonersbedrijven. Een wijk kan gaan bloeien wanneer verborgen bronnen ontsloten worden en elkaar gaan voeden. Professionals kunnen dit mogelijk maken, niet sturen. Dat klinkt misschien ingewikkeld, maar het is complex.
Dit artikel is geschreven door Léon Beckx en Tom Schram. Beiden zijn trainers bij Diversity Joy. Het artikel verscheen eerder op Buurtwijs, een initiatief van onder andere Movisie. so/creatie werkt samen met Buurtwijs om lokale sociaal ondernemers meer zichtbaar te maken.
Reacties