• Spring naar de hoofdnavigatie
  • Door naar de hoofd inhoud
  • Home
  • Sociaal ondernemers
  • Over so/creatie
  • Contact
Blog Ecosysteem

Sociaal ondernemers en sociaalwerkorganisaties: concullega’s in het sociale domein

Sanne Wouters · 26 oktober 2018 · 0 Reactie(s)

Sanne Wouters

“Ik begon mijn zoektocht in Rotterdam, waar ik zes sociaal ondernemers en zes representanten van sociaalwerkorganisaties heb gesproken. Ik ben met ze in gesprek gegaan over waarom ze met elkaar samenwerken en waarom ze concurrentie ervaren, of juist niet. Het waren niet alleen waardevolle interviews voor mijn onderzoek, maar ook inspirerende gesprekken die veel indruk op me hebben gemaakt. Het doet me altijd goed om mensen te spreken die zich keihard inzetten om de samenleving en stukje menselijker te maken.” Aan het woord is Sanne Wouters. Ze neemt je mee in haar zoektocht naar concurrentie in het sociaal domein.

Over Sanne Wouters

Vijf maanden terug was ik in Rotterdam. Daar was ik op zoek naar een antwoord op de vraag hoe sociaal ondernemers en sociaalwerkorganisaties zich tot elkaar verhouden. Nu is mijn onderzoek af en heb ik een antwoord op deze vraag. Benieuwd naar het resultaat? Lees dan verder.

Op basis van de uitkomsten van deze interviews heb ik een vragenlijst opgesteld die landelijk is uitgezet. In de wetenschap heet dit ook wel een mixed methods onderzoek, waarvan ik je de details zal besparen. Wel wil ik je meenemen in enkele van de belangrijke bevindingen.

Grote wil tot samenwerking

Allereerst lijkt de verhouding tussen sociaal ondernemers en sociaalwerkorganisaties voornamelijk gekenmerkt te worden door een grote wil tot samenwerking. Ruim 80% gaf aan wel eens samen te werken met de andere partij. De heersende opvatting is dat er samen meer bereikt wordt en dat men van elkaar kan leren.

Concurrentie is onwenselijk, maar wordt wel ervaren

Concurrentie in het sociaal domein wordt door de meesteen als onwenselijk ervaren. Alle respondenten die ik sprak in mijn interviews gaven dan ook aan geen concurrentie te ervaren van de andere partij. Slechts één sociaal ondernemer sprak van competitie met sociaalwerkorganisaties. De (anonieme!) enquête geeft echter een ander beeld. 12% van de sociaal ondernemers geeft aan sociaalwerkorganisaties als concurrent te zien, en 22% van de sociaalwerkorganisaties ervaren sociale ondernemingen als concurrent. De belangrijkste redenen om concurrentie te ervaren hangen samen met het gebrek aan middelen en daarmee onzekerheid over de toekomst van de eigen organisatie.

“Hoewel respondenten niet altijd het wordt concurrentie in de mond nemen, laten ze wel merken dat er een spanningsvolle verhouding is met de andere partij.”

Bovendien zijn er ook meer indirecte ervaringen van concurrentie boven tafel gekomen. Want hoewel respondenten niet altijd het wordt concurrentie in de mond nemen, laten ze wel merken dat er een spanningsvolle verhouding is met de andere partij.

Positiever over zichzelf dan over ‘de ander’

De aanwezigheid van een concurrentieverhouding tussen sociaal ondernemers en sociaalwerkorganisaties komt ook sterk naar voren in de opvatting die men heeft over de andere partij. Beide partijen schetsen namelijk een positiever beeld van zichzelf dan van de ander. 61% van de sociaal ondernemers is van mening dat de sociaalwerkorganisaties hen als concurrent ziet. Eenzelfde percentage van de sociaalwerkorganisaties is van mening dat sociaal ondernemers hen als concurrent zien.

“Wij zien de ander niet als concurrent, maar zij ons wel.”

Met andere woorden, beide partijen lijken van mening te zijn: “Wij zien de ander niet als concurrent, maar zij ons wel”. Een interessante bevinding, die op meerdere manieren geïnterpreteerd kan worden. Is het zo dat beide partijen meer concurrentie ervaren dan men toegeeft? Dit is best waarschijnlijk, aangezien concurrentie in het sociaal domein als onwenselijk wordt gezien. Het zou moeten gaan om de mensen die ondersteund worden en niet om het voortbestaan van de eigen organisatie. Maar er is nou eenmaal weinig geld en dat lijdt tot frictie. Of is er eigenlijk vrijwel geen concurrentie, maar heeft men simpelweg een te negatief beeld van de ander? De waarheid zal ergens in het midden liggen.

Erken gevoelens van concurrentie

Een van de lessen die we hieruit kunnen trekken is dat het beeld dat sociaal ondernemers en sociaalwerkorganisaties van elkaar hebben moet worden bijgesteld. Een andere les is het belang om, als zijnde een sociaal ondernemer, sociaalwerkorganisatie, gemeente of andere relevante partij, aandacht te geven aan gevoelens van concurrentie. Concurrentie tekent wel degelijk de relatie tussen sociaal ondernemers en sociaalwerkorganisaties, en waarschijnlijk ook de verhoudingen tussen andere partijen in het sociaal domein.

Concullega’s

De zojuist besproken bevindingen hebben dan ook geleid tot het volgende antwoord op de vraag hoe sociaal ondernemers en sociaalwerkorganisaties zich tot elkaar verhouden: ze zijn concullega’s. Er wordt volop samengewerkt, maar concurrentie wordt ook gevoeld, al is deze niet gewenst. Het verbaast me overigens niets dat ‘concullega’s’ in het lijstje staat van het meest tenenkrommende managementjargon en in het lijstje van woorden die direct verbannen zouden moeten worden uit de Nederlandse taal. Ook mijn tenen krommen ervan. Ik had dan ook graag een ander woord gebruikt, maar het dekt nou eenmaal precies de lading.

Sanne WoutersSanne Wouters deed als stagiaire bij Sociaal Werk Nederland een onderzoek naar de samenwerking en concurrentieverhouding tussen sociale ondernemingen en sociaalwerkorganisaties. Het verslag ervan is haar masterscriptie voor de Universiteit van Humanistiek.

Samenvattend kan gezegd worden dat concurrentie tussen sociaal ondernemers en sociaalwerkorganisaties als onwenselijk wordt ervaren, omdat het zou moeten gaan om de hulpvrager en niet om het eigenbelang. Toch ervaart een deel van de sociale ondernemingen en sociaalwerkorganisaties wel degelijk concurrentie, al wordt dit meestal niet direct uitgesproken.

De wil om samen te werken lijkt de aanwezigheid van concurrentie te overschaduwen. De verhouding tussen sociale ondernemingen en sociaalwerkorganisaties kan het best getypeerd worden als een spanningsvolle relatie tussen samenwerking en concurrentie, die tegelijkertijd aanwezig zijn; het merendeel van de sociale ondernemingen en sociaalwerkorganisaties zijn concullega’s. Er is in de meeste gevallen geen sprake van of samenwerking, of concurrentie, maar van coopetition. Lees de hele scriptie via de website van Sociaal Werk Nederland.

 

Verder lezen:

Vrijwillig sociaal ondernemen in de buurt – Suzan Verdonschot

  • Facebook
  • Twitter
  • LinkedIn

Over Sanne Wouters

Sanne Wouters heeft onderzoek gedaan bij Sociaal Werk Nederland. Sanne deed een Master Humanistiek op de Universiteit van Utrecht en is afgestudeerd op het onderwerp 'Samenwerking en verhouding sociaalwerkorganisaties en sociaal ondernemers'. Voor haar onderzoek stortte ze zich op een lokale praktijk waar deze vragen op dit moment heel expliciet spelen: Rotterdam. De gemeente verplicht in de aanbesteding dat 10% van het budget wordt uitgevoerd door sociaal (onder)aannemers. Dat klinkt misschien goed, maar gaat nog bepaald niet vanzelf en soepel.

Meer interviews

Nieuwsbrief ontvangen?
Zaken die je raken – A race to fairness

Leonie Bank · 22 mei 2018 · 0 Reactie(s)

Carmen van der Vecht – De jongeren zijn mijn grootste inspiratie

Emma van Bergeijk · 6 januari 2017 · 0 Reactie(s)

Horst Neumann – Pure passion for pure ice cream

Jasper Kars · 1 september 2016 · 0 Reactie(s)

Lees Interacties

Reacties

(CC BY-NC 4.0) 2020 so/creatie · Website met liefde door Kyver