Duurzame en functionele woningen zijn van levensbelang voor ons allemaal. Als er niet is voldaan aan die basisvoorwaarde, zoals in bijvoorbeeld Afghanistan of Kenia, hopen inwoners vaak op de hulp van de eigen overheid of van het Westen. Drie sociaal betrokken architecten vertellen over de vruchten van hun werk in ontwikkelingslanden. “Een gebouwde omgeving heeft invloed op je gedrag.”
In het razende Mombasa, de tweede stad van Kenia, ligt een haven van rust: Tulia House. Aan de bar slurpt een Franse dame op haar gemakje een Keniaans wijntje weg. Haar naam is Sabine Lepère en haar werk in West-Kenia zit er net op. Samen met locals ontwierp ze een antroposofische school. Lepère neemt het advies van de Franse dichter Sabatier dus serieus: “De architect die een gevangenis moet ontwerpen, laat zich het best adviseren door ontsnapte misdadigers.”
Door ons gemaakt
Lepère vertelt dat de werksessies die ze doorliep met leerlingen, ouders en leerkrachten heel belangrijk waren voor het vormen van een plan. “Dan is het meer een proces van samenwerking. Bovendien kleven er aan deze manier van werken nog allerlei voordelen. De locals zijn creatief bezig en laten hun stem horen. Eigenlijk is het vooral sociaal werk wat ik deed.”
“We gingen van ‘door de overheid gemaakt’ naar ‘door locals gemaakt”, legt Lepère uit. De Française maakt liever gebruik van lokale bouwtechnieken en materialen die in West-Kenia te vinden zijn. Niet van de prominent aanwezige Britse bouwstijl, waarin de meeste Keniaanse scholen zijn gebouwd. “Ons ontwerp is veel warmer en eigen. Een gebouwde omgeving heeft invloed op je gedrag: we verwachten dat de trots voor dit project en het eigenaarschap zal toenemen.”
“We gingen van door de overheid gemaakt naar door locals gemaakt”
Dutch Twist
“Nederlandse architectuur is een heel populair exportproduct”, zegt Maarten Nieuwenhuize overtuigend. De Utrechtse architect is eigenaar van M’n Architect en lid van de Raad van Advies van Village of Peace een NGO uit Afghanistan. Nieuwenhuize is gecharmeerd van architectuur die bijdraagt aan een betere wereld. “Natuurlijk is daar een verdienmodel van te maken.”
Hoewel ze in Afghanistan waarschijnlijk geen idee hebben van de ‘Dutch Twist’, komt het wel goed van pas. Een originele oplossing voor problemen die soms heel ver gaan: dat hebben de Afghanen in Village of Peace hopelijk wel gemerkt. Nieuwenhuize: “We willen mensen daar écht verder helpen door te bouwen. We ontwerpen centra waar mensen in nood – zoals oorlogsslachtoffers, verstoten vrouwen en weeskinderen – werken aan hun toekomst. Om die centra heen bouwen we huizen en plekken waar deze mensen een opleiding kunnen volgen.” Over de financiering is de Nederlandse architect optimistisch: “Momenteel werken we met donateurs, maar het zou mooi zijn als we naar een systeem gaan waarbij mensen geld uitlenen. Het geïnvesteerde geld gaat dan hopelijk een beetje renderen.”

Van architect naar mensenrechtenactivist
Als het gaat om de financiering van architectonische projecten in het buitenland ziet Kria Djoyoadhiningrat, de oprichter van Slum Fighters, veel mogelijkheden. “Ook al ben je een stichting: je moet wel denken in verdienmodellen. Al onze winst komt in elk geval ten goede aan een van onze projecten.”
Toch heeft Djoyoadhiningrat zijn bedenkingen. “Nu krijgen we ons geld via crowdfunding en de bekende liefdadigheidsfondsen. Dat we geen sociale onderneming zijn is een keuze geweest. We denken dat het handiger is het stokje over te dragen als je er zelf geen belang bij hebt. Ook zie ik dat sociale ondernemingen het moeilijk vinden om hun kennis te delen.”
Een sociale onderneming in het verlengde van wat Slum Fighters doet, een einde proberen te maken aan alle sloppenwijken ter wereld, daar heeft Djoyoadhiningrat wel oren naar: “Wij ontwikkelen en delen de kennis. Pak het maar op en neem het mee.”
De oprichter van Slum Fighters kan zich dus goed vinden in de de activerende manier van werken die Lepère zich aan heeft gemeten. Zijn NGO komt ook zonder agenda naar ontwikkelingslanden. Eerst luisteren en goed kijken en zo de obstakels en mogelijkheden bepalen. “Het is leuk om iets te tekenen, maar het technische of esthetische is niet eens de echte uitdaging. De juridische status van het land waarop een gebouw of hutje staat is veel belangrijker.”

Djoyoadhiningrat vertelt hoe zijn partnerschappen in het buitenland zijn verbreed in de afgelopen jaren. Naast architect word je in het buitenland vanzelf ook mensenrechtenactivist. “We willen niet alleen iets cosmetisch doen, maar juist de belangen van individuen en groepen beschermen zodat zij blijven wonen waar ze wonen. Als mensen weten dat ze mogen blijven, beginnen ze ook te investeren in huizen en de buurt.”
“Het is leuk om iets te tekenen, maar het technische of esthetische is niet eens de echte uitdaging”
Alle bovengenoemde architecten zijn het erover eens: er is ongelofelijk veel werk te doen, vooral in ontwikkelingslanden. Architectuur kan als geen ander bijdragen aan een betere wereld. De hoogste tijd voor (Nederlandse) sociale ondernemingen om dit verder uit te bouwen.
Verder lezen:
Gayatri Datar – Getting every Rwandan a solid and healthy floor
Reacties