Onlangs verscheen op so/creatie het interview met Herman Snelder van MDF. Daarin benadrukte hij dat ‘Rijnlands organiseren’ essentieel is voor alle sociale ondernemingen. In deze follow-up spreken we Herman Snelder en Sjaak Evers over het allesomvattende model en hun aversie tegen ‘wie de baas is, mag het zeggen’.
Beslissingen in de politiek en het bedrijfsleven gaan vaak terug naar de principes waarop een politieke partij of een organisatie gestoeld is. Moeten we privatiseren? Gaan we de organisatie voeden met privé-kapitaal of gaan we voor een beursgang? Zullen we investeren in de persoonlijke ontwikkeling van medewerkers of lopen ze dan juist weg? Rijnlands denken geeft een houvast bij de keuzes die je maakt in je onderneming. Herman Snelder en Sjaak Evers leggen uit waarom juist dit model zo goed past bij sociaal ondernemen.
Van Rijnlands naar Anglo-Amerikaans
Het kapitalisme is er in vele soorten en maten. De bekendste is het Anglo-Amerikaanse kapitalisme – ook wel laisser-faire kapitalisme genoemd – waarbij individualisme het uitgangspunt is. Hierbij zijn vooral verticale relaties belangrijk en is de organisatie zo ingericht, dat er controle over alle medewerkers is. Bovendien heerst een hiërarchisch model waarbij de medewerkers dansen naar de pijpen van de Captains of Industry.
Aan onze kant van de oceaan is dat van origine niet de heersende manier van denken. Hier heerste het Rijnlands denken. Niet: ‘wie de baas is mag het zeggen’, maar ‘wie het weet mag het zeggen’. Iedereen in de organisatie mag bijdragen aan de koers en mag oplossingen aandragen. Deze manier van denken – met veel positieve effecten op de lange termijn – verliest echter gestaag aan terrein.
De menselijke maat
Op de korte termijn lonkt namelijk ook in Nederland het Anglo-Amerikaanse model. Grote bedrijven op dit continent zien dat het prestatiebevorderend werkt. Het is duidelijk en transparant en je kunt snel resultaat boeken. Het individu wordt gereduceerd tot een onderdeeltje van het grote geheel en moet dus goed in de gaten worden gehouden.
Herman Snelder plaatst een kritische noot: “Het is voor een baas op de lange termijn niet voordelig om mensen te reduceren tot werkslaven. Een directeur moet niet de lakens uitdelen, maar medewerkers verbinden.” Hij gaat verder: “Solidariteit met elkaar in een organisatie zorgt voor gemeenschapsgevoel en sociale zekerheid. Geld is niet het doel van je organisatie, maar een middel om samen iets te bereiken. Dus zowel vanuit het economisch- als ook vanuit een sociaal perspectief is Rijnlands denken gunstig. Dat is ook de reden deze manier van denken zo goed bij sociale ondernemingen past.” Sjaak Evers vult aan: “Wij hebben het mensbeeld dat mensen het liefst autonoom werken, creatief bezig zijn en vanuit zichzelf gemotiveerd raken om iets toe te voegen.”
“Geld is niet het doel van je organisatie, maar een middel om samen iets te bereiken”
Ommezwaai
Beide heren voorspellen dat er een kentering aankomt. Evers: “Professionals in Nederland hebben schoon genoeg van eindeloze procedures, stroperige bureaucratie en het evalueren tot je erbij neervalt. Ik hoor steeds meer mensen om me heen die zeggen: ‘hiervoor ben ik niet in het vak gegaan’. Van leraren, artsen tot mensen bij verzekeringsmaatschappijen. Kortom: Het Anglo-idee is op z’n retour.”
Binnen het Rijnlands model gaat het erom dat je alle belanghebbenden voor je organisatie evenveel waardeert. “De samenleving, het personeel en ook de aandeelhouders hebben een belang. Maar niemand komt op plaats één”, vertelt Evers. “Niet alleen het rendement en het uitgekeerde dividend telt, maar de mens achter de cijfers: nu zie je dat de meeste Nederlanders zich totaal niet betrokken voelen bij hun onderneming.”
Snelder: “Dat mensen zich minder betrokken voelen, komt omdat mensen niet genoeg ruimte krijgen. Binnen het Rijnlands denken zijn mensen veel loyaler naar elkaar: ze voelen iets voor het bedrijf dat men samen vormt.” Regels en procedures mogen dus best de basis vormen, maar het individu dat het echte werk verzet moet vertrouwen en vrijheid krijgen om zich verbonden te voelen met de organisatie. Vooral menselijke beschaving moet het grootkapitalisme buiten de deur houden: om dit vertrouwen draait het Rijnlands denken.”
“Vooral menselijke beschaving moet het grootkapitalisme buiten de deur houden”
De Toekomst
In Nederland zie je het Rijnlands denken – of de wens om minder bureaucratisch te werk te gaan – terug bij tal van organisaties; bij de politie of in de zorgverlening bijvoorbeeld. Buurtzorg Nederland is zo’n organisatie die het anders aanpakt. In plaats van werken voor een grote koepelorganisatie werken de mensen bij deze zorgaanbieder in teams van zo’n tien personen zeer zelfstandig. In totaal werken er 14.000 mensen bij Buurtzorg Nederland op die manier, terwijl er maar 50 man op het hoofdkantoor zit. Geen wonder dat dit innovatieve model interesse van binnenlandse- en buitenlandse politici trekt.
Voor de sociale onderneming lijkt deze manier van denken ook nog onderbelicht, terwijl het perfect past bij de inherente manier van werken. Sociale ondernemingen vragen per definitie mensen die intrinsiek gemotiveerd en betrokken zijn en de bereikte doelen staan midden in de leefwereld van de werknemer. “Als sociale ondernemingen niet Rijnlands organiseren, is het een contradictio in terminis,” concludeert Snelder. Evers sluit af: “Maar als je wél zo leert denken, kun je gemakkelijk groeien en opschalen omdat je personeel zelfstandig werkt.”
Reacties