Het aantal social start-ups in Nederland groeit nog altijd. Businessmodellen die naast het boeken van winst ook draaien om het maken van impact zijn steeds beter vertegenwoordigd. Maar waar ligt hun voornaamste verdienmodel? Tussen winst, waarde en impact kijkt social business developer Thijs van Bemmel met social start-ups naar het vinden van de juiste balans.
“Een verstoorder die van alle markten thuis is”, zo omschrijft Thijs van Bemmel (31) zichzelf het liefst. Deze karakteromschrijving sluit naadloos aan bij zijn werk als bedrijfscoach voor ngo’s en sociale ondernemingen. “Ik heb altijd gewerkt voor projecten waarin ik het sociale nut zag.”
Na zijn studie ontwikkelingseconomie aan de Universiteit van Wageningen rolde de Amsterdammer langzaam in het projectmanagement. Zo was hij vrijwilligerscoördinator in de cultuursector, productieassistent bij een tv-programma en begeleider van crowdfundingcampagnes. Het terugkerende thema in deze werkzaamheden: “Het waren allemaal subsidie gedreven projecten”, rustig neemt de jonge dertiger een slok van zijn kruidenthee. “Je krijgt een bedrag om bepaalde doelen te behalen en wanneer het gelukt is houdt het op.”
De weg naar meerwaarde
Van Bemmel zag dat er buiten het behalen van doelstellingen genoeg ruimte ligt om waarde te vergroten. “De weg naar impact is het waardevolst”, zo luidt zijn mantra. Als voorbeeld noemt de social business developer jongeren met een afstand tot de arbeidsmarkt aan een baan helpen. “Dan is hoe je die groep aan het werk krijgt het belangrijkste. Als dit een succesvolle aanpak blijkt, deze reproduceerbaar is én er is vraag naar: dan heeft het meerwaarde. In het kopieerbare zit het verdienmodel.”
Veel ngo’s of sociale ondernemingen missen daar de boot, zo vindt Thijs van Bemmel. “Van een heleboel dingen wordt de waarde pas later bekend: dat maakt het lastig. Ik zie nog te veel organisaties die zich specialiseren in velden waarin zij geen toekomst hebben. Zij worden hiertoe gedreven door subsidies die afhankelijk zijn van de politieke stroming van het moment.”
“Neem nou ngo’s: velen moeten door subsidievermindering een nieuw verdienmodel vinden. Het zijn net dinosaurussen: ze zijn groot en maken veel impact, maar ze hobbelen richting uitsterven. Ze sluiten in veel gevallen niet aan bij dit veranderende economische systeem.” De business developer is van mening dat veel ngo’s qua innovativiteit en efficiency voorbij worden gestreefd door social start-ups. “Deze kunnen zich veel gemakkelijker van links naar rechts bewegen.”
“Veel ngo’s zijn net dinosaurussen: ze zijn groot en maken veel impact maar ze hobbelen richting uitsterven.”
Nieuwe term
Behalve uitdagingen liggen er voor sociale onderneming – en ook voor ngo’s – in dit tijdperk vooral kansen, zo ziet Van Bemmel. “Veel organisaties hebben een duwtje in de rug nodig: meedenken over hun impact en verdienmodellen is zeer welkom. Hier ligt juist mijn kracht.” In de laatste maanden van 2017 besloot hij zich hier, met zijn bedrijf BemBem, vol op te storten. Maar hoe vertaal je dit naar een functie? “Social business developer” spreekt Van Bemmel overtuigend. “Zelfs op Google kon ik nog weinig vinden over deze term.”
Maar wat is dan het verschil tussen een social business developer en een ‘normale’ business developer? “Bedrijven zijn vooral bezig met het oprekken van de sociale en ecologische schade, zolang dat de winst positief beïnvloed. Social business development focust zich op het aanpakken van sociale en milieukundige vraagstukken: hoe kunnen we een probleem aanpakken door middel van een passend verdienmodel?”
Denkomslag
“Binnen de wereld van het sociaal ondernemen is winst maken haast een taboe, veel van de winst moet immers gestoken worden in het maken van impact. Je moet een balans vinden tussen het sociale en het milieukundige. Daarom groeit de winst van social start-ups ook minder snel dan andere ondernemingen: ze moeten met zoveel dingen rekening houden.”
Een groot voordeel van werken met social start-ups schuilt volgens de Amsterdammer in hun ‘open karakter’. “Het kost minder acquisitietijd om met een social start-up om de tafel te zitten: ze stellen zich graag open voor mijn frisse blik. Waardoor de stap richting impact maken al snel dichterbij komt. ”
“De winst van social start-ups groeit soms langzaam: ze moeten met zoveel dingen rekening houden.”
Wanneer Van Bemmel om de tafel zit met sociale ondernemingen zoekt hij naar de balans tussen wanneer er impact gemaakt kan worden. Ga je vanaf het begin impact maken? Of doe je dat wanneer je fikse winsten boekt? “Na een aantal uur overlegd te hebben met een social start-up kan ik zien waar kansen liggen,” vertelt hij. “Ik zie veel organisaties die serieus moeten heroverwegen waar hun waarde ligt. Een verdienmodel is niet altijd in geld uit te drukken, dat kan ook liggen in waarde, impact of publiciteit. Dat vereist een denkomslag.”
“Een verdienmodel is niet altijd in geld uit te drukken.”
Rasverstoorder
“Ik ben een rasverstoorder. Het kritisch kijken naar nieuwe ideeën en initiatieven en deze aanscherpen: daar ligt mijn kracht. Ik bemoei me graag met dingen en zie waar kansen liggen.” Dat is precies wat Thijs van Bemmel doet in zijn werk als social business developer. “Het maken van impact – en daar waarde mee creëren – is uiteindelijk de basis van iedere sociale onderneming.”
Verder lezen:
Rutger van Weeren – Sociaal ondernemen vraagt om social end-ups
Reacties